voor worden schadeloos gesteld met de gebieden Königsgratz, Bunzlau en Leitmeritz. In Maart 1744 stelde Louis XV zich aan het hoofd van zijn troepen om Engeland te gaan veroveren. Madame de Chateau- 134 Alvorens deze overeenkomst bereikt was, was in Aug./Sept. '43 Voltaire weder naar FRIEDRICH in Berlin gezonden om den Koning over Frankrijk te polsen. Maar even ongelukkig als Voltaire is geweest in zijn streven om lid te worden van de Académie Frangaise (een plaats waarop hij alle recht had), even weinig succes had hij ook bij zijn vierde en laatste poging op diplo matiek gebied tegenover FRIEDRICH. De Koning, die overigens met Voltaire dweepte, liet zich ook nu niet uit zijn tent lokken; zoodat Voltaire ten slotte niets beters wist te bereiken dan den Koning een Memorandum met vragen voor te leggen, met de bede om in margine zijn antwoorden te willen stellen. En één van de vragen luidde: Zou de Koning er niet goed aan doen een sterke troepenmacht naar Cleve te zenden, ten einde daar de schrik er in te brengen en de Hollanders tot medewerking met hem te dwingen (Een vraag, waaraan Louis' plan van inval in Engeland wel niet vreemd geweest zal zijn). FRIEDRICH antwoordde in margine: „Vous voulez qu'en vrai Dieu de la machine", (Deus ex machina SI.). „J'arrive pour le dénouement „Qu'aux Anglais, aux Pandours, a ce peuple insolent", „J'aille donner la discipline „Mais examinez mieux ma mine „Je ne suis pas assez méchant Alvorens Coltaire voor langen tijd in Frankrijk te laten, wil ik van zijn laatste bezoek aan FRIEDRICH's Hof nog deze drie minnedichtjes citeeren, welke Voltaire aan de Prinsessen van Pruisen wijdde, en die heel mooi zijn 1. Aan Prinses Ulrike „Souvent un peu de vérité „Se mêle au plus grossier mensonge „Cette nuit, dans l'erreur d'un songe, „Au rang des rois j'étais monté. „Je vous aimais, Princesse, et j'osais vous le dire „Les dieux a mon réveil ne m'ont pas tout óté, „Je n'ai perdu que mon empire." 2. Aan de Prinsessen Ulrike en Amelia „Si Paris venait sur la terre „Pour juger entre vos beaux yeux, „II couperait la pomme en deux, „Et ne produirait pas de guerre." 3. Aan de Prinsessen Ulrike, Amelia en Wilhelmine „Pardon, charmante Ulrique; pardon, belle Amélie; „J'ai cru n'aimer que vous la reste de ma vie, „Et ne servir que sous vos lois „Mais enfin j'entends et je vois „Cette adorable Soeur dont l'Amour suit les traces: „Ah, ce n'est pas outrager les Trois Graces „Que de les aimer toutes trois

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 8