b. .J BE JB AJ BG JB CJ BD JB IJ CP JB KJ BN JB IJ BI JB DJ~BF. Zoowel in de bigramverdeeling a als in de idem b komt het cijferbigram JB niet minder dan 6 maal voor En nu moge er voor de cijfers v/m 1 t/m 4 al een geringe variatie mogelijk zijn, zoo doet dit niet het minst af aan het feit, dat de zesvoudige her haling van het bigram JB steeds zal blijven bestaan (afgescheiden nog van de andere herhalingen, welke zich in bovenstaanden tekst bevinden) punt 36 (5). Hoe cryptografisch-juist de inhoud van dit punt ook moge zijn, zoo wordt n.m.m. door de inrichting en het verplicht gebruik van den J-code, het effect daarvan in de practijk sterk gereduceerd. Hoofdstuk V, Aan dit beknopt doch niettemin duidelijk gestelde hoofdstuk is weinig meer toe te voegen- Men onthoude goed de twee navolgende punten a. het optelgetal wordt slechts gebezigd onder de cijfers welke in het te seinen bericht voorkomen, b. bij de optelling (aftrekking) worden de tientallen verwaar loosd, en houde men dus slechts rekening met het cijfer der eenheden. Dit noemt men zoogenaamd „cryptografisch optel len (- aftrekken)". Aldus wordt: 29 96 15, en 15 96 29. Het in punt 39 gegeven voorbeeld behoeft evenmin toelichting men bedenke echter, dat men onder een volgend cijfer of getal in den telegramtekst steeds met het vervolg van het optelgetal voortgaat (gebeurlijk opnieuw met het optelgetal begint). Voorts vergete men nimmer dergelijke berichten aan te vangen met de dienstaanwijzing CY Nalatigheid in deze zou het bericht onbe grijpelijk maken. De gekozen bewerking is uiterst eenvoudig en vereischt geen enkele op-schrift-stelling, hetgeen van groot belang is. punt 41. Het bovenstaande wordt slechts toegepast bij het seinen van opdrachten, welke in een bepaalden schematischen vorm zijn gegoten (verg. punt 37 (3)). Ontbreekt deze schema tische vorm, dan wel volgt de uitvoering niet dadelijk, en is een geheimhouding van eenigen duur gewenscht, dan moet van het cijfervierkant worden gebruik gemaakt. Na de in dit opstel behandelde materie in de bijzondere aan dacht te hebben aanbevolen van allen, die uit hoofde van hunnen rang of hunne functie daarmede te eeniger tijd zullen moeten kunnen werken, vermeen ik hiermede deze „toelichtingen" te kunnen besluiten. 371

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 103