zenverwekkende) gassen zijn vergiftigd, zich in den regel zelf
standig uit de gasatmospheer kunnen verwijderen en meestal zon
der behandeling weer spoedig herstellen.
In de gevallen waarin de vijand behalve van de overige aan
valswapenen gebruik maakt van verstikkende gassen, heeft de
geneeskundige dienst zorg te dragen voor de behandeling van
gaszieken, gewonden en gewonde gaszieken.
Bevinden zich op het gevechtsveld gaszieken, gewonden of
gewonde gaszieken, terwijl de atmospheer door verstikkende
gassen is verontreinigd, dan verricht het geneeskundig personeel
zijn werkzaamheden met opgezet gasmasker en heeft tot taak er
voor zorg te dragen, dat de zieke geen gas inademt.
In de eerste plaats wordt nagezien of de patiënt in het bezit is
van een gasmasker en indien dit het geval is of het in bescher
mingsstelling wordt gedragen en goed op het gelaat aansluit.
Heeft de zieke verzuimd het gasmasker op te zetten, dan wordt
hij door het personeel van de verbandploeg bij het opzetten ge
holpen. Is de patiënt onverhoopt niet in het bezit van een gas
masker dan wordt hem een noodmasker gegeven. Deze noodgas-
maskers zijn eenvoudig geconstrueerde modellen, bestaande uit
een op de oorlogsbussen passende inademingsslang met ebonieten
speen, neusklem en slangtuit (zie afb. 1). Aan iedere verband
ploeg wordt een noodmasker en een extra vullingbus medege
geven.
Noodmasker, tevens geschikt
voor personen met hoofdver
wondingen.
Alvorens de slang op de bus
aan te sluiten, wordt het
inademingsventiel verwijderd
(Pendelatmung).
Wordt een gaszieke aangetroffen, die het masker wel heeft op
gezet, dan moet worden nagezien of het goed afsluit en geen lek
ken vertoont. Wanneer het masker niet goed afsluit, kan men
375