\u WW zijn besmet. Na de ontsmetting worden zij, afhankelijk van het zich ontwikkelende ziektebeeld, behandeld op de geneeskundige formaties. x) II. Op de hulpverbandplaatsen. In het algemeen wordt er naar gestreefd de hulpverbandplaats in een gasvrije en niet-besmette omgeving te plaatsen. Dit ver gemakkelijkt de werkzaamheden van het personeel aanzienlijk. Evenwel zal dit niet steeds mogelijk zijn en moet er mee worden rekening gehouden, dat de gassen zich over de hulpverbandplaats kunnen verspreiden. In deze gevallen worden de werkzaamheden van het geneeskundige personeel nog eens extra verzwaard. A. Wanneer de hulpverbandplaats is opgericht in een gasvrije en niet-besmette omgeving worden personen, die door verstik kende, prikkelende of vergiftige gassen zijn vergiftigd, voordat zij in het tot hulpverbandplaats ingerichte gebouwtje binnenkomen van hun kleeren ontdaan. Het ontkleeden kan geschieden in de buitenlucht, in de voorgalerij of in een vertrek met goede ven tilatie. Tijdens het ontkleeden moeten de patiënt en het personeel het gasmasker in beschermingsstelling dragen en nauwkeurig worden toegezien, dat de gaszieke geen kou vat. Niet-gaszieke gewonden, die uit de gasatmospheer komen, worden eveneens ontkleed. De afgenomen kleeding wordt gelucht en aan de achterzijde van het gebouwtje weer binnen gebracht, (zie schetsje). Personen die niet in de gasomgeving hebben ver toefd kunnen langs een anderen toegang de hulpverbandplaats bereiken. Gewonden die niet in aanraking zijn geweest met gas. windrichting Aankomst van personen uit de gasatmos pheer j ll r plaats voor het luchten vattende kieedmg.1 van kleeren. "S Voor de behandeling van gaszieken wordt verwezen naar het artikel „De medische verzorging van gaszieken" in het I.M.T. No. 9, 1934, blz. 879. V. 379 -T3 Hulpver c H bandplaats O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 111