(4) Gasbescherming van paarden.
(5) Gasv erkenning.
(6) Gasalarmeering. Uur waarop deze moet zijn geregeld.
(7) Gasbescherming
(8) Gasinlichtingsdienst.
(9) Gasbeschermingsmiddelen. Regeling verstrekking gasbescher-
mingsmiddelen aan de onderdeelen.
(10) Gasontsmetting. Eventueel vorming van ontsmettingsploegen;
bijzondere voorschriften nopens de ontsmetting, enz.
(11) Ontsmettingsplaatsen. Plaatsen en de te volgen wegen.
(12) Verzamelplaatsen van besmet materieel. Plaatsen, aanwij
zing van personeel, regeling vervoer.
(13) Bijzondere voorschriften.
Uit het bovenstaande lijstje van punten die in een gasbevel
nader worden geregeld blijkt, dat het gasbevel belangrijke gege
vens bevat voor den geneeskundigen dienst, zooals den aard van
den te verwachten gasaanval (punt 1)de plaats van de gaskamers
(punt 2), de collectieve bescherming der geneeskundige formaties
(punt 3) enz. Voorts wordt in punt No. 9 de plaats van het gas-
depot voor bepaalde onderdeelen aangegeven. Een gasdepot is
een opslagplaats van gasbeschermings- en gasontsmettingsmidde-
len voor de onderdeelen van een bepaalde eenheid.
Van deze middelen zijn de belangrijkste gasmaskers, vullings
bussen, gasmaskeronderdeelen, schuilplaatsgasmasker, gasgordij-
nen, gassluizen, beschermende kleeding, sproeiers, neutraliseeren-
de vloeistoffen, chloorkalk en magnesia.
Vervolgens wordt in dit punt een regeling getroffen voor de
verstrekking der in het gasdepot opgeslagen artikelen en worden
de voor elk onderdeel bestemde hoeveelheden bekend gemaakt.
Ook de geneeskundige formaties ontvangen hun gasbeschermings-
en gasontsmettingsmiddelen grootendeels uit de door de comman
danten der onderdeelen in overleg met de aan hen toegevoegde
gasofficieren aangewezen gasdepots.
Deze opvatting van het voorzien der geneeskundige formaties
van gasbeschermings- en ontsmettingsmiddelen wordt eveneens
verdedigd door FIÉVEZ in No. 4 van de serie artikelen over „Gas-
bevelen" in de Militaire Spectator van 1933 „De chloorkalk en
magnesia zijn voornamelijk bestemd om te worden gebruikt door
de ontsmettingsploegen der bataljons en door het personeel op
de ontsmettingsplaats". „In het regimentsgasdepot wordt een flinke
voorraad achtergehouden, bestemd voor de onderdeelen, welke in
geval van besmetting het meest behoefte er aan hebben".
In punt 11 worden de ontsmettingsplaatsen en de daarheen
leidende wegen aangegeven. De ontsmettingsplaatsen worden zoo
veel mogelijk ingericht in de nabijheid en maken deel uit van de
387