Het bataljonsgasbevel bevat o.a. aanwijzingen omtrent de lig ging van de ontsmettingsplaatsen (hulpverbandplaats)van de bataljonsverzamelplaats voor besmet materieel en van het ba- taljonsgasdepot. De in het regimentsgasbevel aangewezen hoeveelheden gasbe- schermingsmiddelen voor de hulpverbandplaatsen worden in de bataljonsgasdepots opgeslagen en door het personeel van de hulp verbandplaats afgehaald. Meer moeilijkheden doen zich voor bij de regeling van de gasbescherming in den aanval. Ook de Nederlandsche Handleiding Gasbescherming geeft hieromtrent slechts vage aanwijzingen. In dit geval moeten de gasbeschermingsmiddelen met de onderdeelen worden meegevoerd (punt 188 van de Nederlandsche Handleiding Gasbescherming). Zij kunnen dus uit den aard der zaak slechts in beperkte mate aanwezig zijn en moeten steeds door opvoer van achteren worden aangevuld. De hulpverbandplaatsen en de „Gas V. P. A." zullen meer op zichzelf zijn aangewezen en zich eenigen tijd moeten behelpen met het door hen meegevoerde materieel. Met deze uiteenzetting is geenszins bedoeld aan te geven dat de gasbescherming te velde volledig is geregeld, noch dat alle vraagstukken dienaangaande hiermee zijn opgelost. Wel tracht zij duidelijk te maken dat een voortdurend contact en onderling overleg tusschen het personeel van den gasdienst en dat van den geneeskundigen dienst de eenige oplossing is voor het tot stand brengen van een doeltreffende gasbescherming. 389

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 121