390
8. ORGAAN N. I. O. V.
Als eerste artikel is in het Januari-nummer opgenomen „Het Verre Oosten
in 1934" van de hand van W. J. Lucardie, waarin o.a. de grensincidenten
tusschen Rusland en Manchukuo in het tijdvak 1 Juli tot 30 September
worden besproken en voorts de nadeelen welke voor de Philippino's aan
een onafhankelijkheid van de Philippijnen zijn verbonden in beschouwing
worden genomen.
Als tweede artikel treffen wij aan „Het Atjeh-probleem van 1890—1900
door Kapitein Dr. J. M. Somer, waarin de stimulans wordt behandeld, welke
Van Heutsz en Snouck Hurgronje hebben gegeven aan de opleving van de
„Gompeuni" na het tijdvak 1873 1889, toen van een vaste lijn in het optre
den tegen den Atjeher moeilijk kon worden gesproken.
Vervolgens geeft W. van Exter in het artikel „Iets over uitvindingen en
octrooien, in het bijzonder op militair gebied" een zeer duidelijk overzicht
van den gang van zaken bij het aanvragen van een octrooi en van de
rechten, welke daaruit voortvloeien.
Generaal-majoor b/d Ch. Kiès wijst in het artikel „Genealogie en Heral
diek" op de algemeen maatschappelijke beteekenis van de genealogie en
geeft interessante mededeelingen over de wetenschap de heraldiek.
Onder den titel „Karaktervorming van den officier in tijden van nood
geeft S. een vertaling van een tweetal in het Militar Wochenblatt_ verschenen
artikels, welke vooral voor den jongen officier warm ter lezing kunnen
worden aanbevolen.
Kapitein C. Giebel wijdt in het slotartikel van „Nogmaals de gevechts
opleiding van het Leger" eenige beschouwingen aan een door hem m Neder
land bijgewoonde oefening van een herhalingslichting.
Voorts treffen wij aan, een verslag van de op 29 December j.l. plaats
gehad hebbende huldiging van Generaal Swart, mededeelingen van het
Hoofdbestuur, en tot slot de gebruikelijke rubrieken „Veranderingen en
„Uit Pers en Periodiek".
9. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN.
Luchtverdediging.
Luchtmacht November 1934, Luchtbescherming bij spoorwegen.
Als gevolg van de belangrijke plaats, welke het spoorwegverkeer in
oorlogstijd inneemt voor het doen plaats hebben van het massavervoer van
personeel en oorlogsmaterieel over groote afstanden en de groote waarde,
welke het spoorwegbedrijf ook in oorlogstijd voor de burgerbevolking blijtt
behouden, is de luchtbescherming van spoorwegen volgens kapitein van
Riesen den schrijver van dit zeer lezenswaardige artikel, een vraagstuk van
de eerste orde. Naast de rechtstreeksche actieve militaire verdediging moet
een plaats ingeruimd worden voor een systeem van passieve beschermings
maatregelen. Dit stelsel heeft ten doel de kans op luchtaanvallen te vermin
deren en de gevolgen van deze aanvallen zooveel mogelijk te beperken.
In de eerste plaats behandelt Schr. den waarschuwings- en alarmeermgs-
dienst waarop de centrale leiding van het spoorwegbedrijf moet worden
ingeschakeld; spoorweg- en luchtwachtbureau moeten nauw samenwerken.
Zoo zal het spoorwegbureau onmiddellijk door het luchtwachtbureau m
kennis moeten worden gesteld met de binnenkomende luchtwachtberichten,
waarop eerstgenoemd bureau opdrachten kan geven voor de verduistering,
en aanwijzingen kan verstrekken omtrent de technische voorzieningen t.a v.
het veranderen, omleggen of stopzetten van het spoorwegverkeer. Omge
keerd kan het spoorwegbureau dank zij het uitstekend geoutilleerde v