398 vuur onmiddellijk kunnen worden gevolgd door de vuuropening, teneinde vernietiging van het eigen wapen te voorkomen; niet affuit en daarna het wapen doch het geheele wapen met gesteld vizier enz. wordt in stelling gebracht. Indirect vuur zal waar mogelijk worden toegepast. Noodzakelijk is een duidelijke voorstelling te hebben van de uitwerking van het wapen- met verschillende eenvoudige berekeningen, steunende op Danikers „Schiesz- lehre wordt dit door schr. geïllustreerd. Schweizerische Moncutschrift für Offiziere aller Waffen, November 1934. „Das s.M.G. eine eigene Waffengattung" door Oberst d.R. Haszler Deze voormalige commandant van de Oostenrijksche mitr. schietschool wenscht het grooter schiettechmsch vermogen van den mitr. uit te buiten door artilleristisch gebruik dezer wapens, in het bijzonder voor de bescherming der flanken van aanvalsgroepen. De aanvalsgroep zelf wordt in hoofdzaak gesteund door artillerie en moet verder den aanval doorzetten met gebruik van de mf. wapens: inf. geschut, mortieren, lt. mitr., automatische pistolen, .handgranaten, automatische en semi-automatische geweren. Z.n. steunen de mitr. de aanvalsgroep ook rechtstreeks. Schr. ziet daarom in den mitr. een afzonderlijk, buiten de overige inf. staand wapen. Hij acht voorziening met meei technische hulpmiddelen noodig. (N.o.m. kan het opvoeren van de tech nische eigenschappen van den mitr. op zichzelf nimmer een voldoende reden zijn om de overige infanterie van den onmiddellijken steun door deze wapens te berooven. v.D.). Revue d'Artillerie, October 1934. Onder „Renseignements divers" komt een beschrijving voor van een Engelsche infanterie-houwitser van 94 mm, uitneembaar in deelen van 100 kg (totaal in batterij 757 kg), dracht 5500 m, projectielgewicht 9 kg, waarvan 0,9 kg springstof. Zoowel paardentractie als motortractie wordt toegepast. Administratieve indeeling bij de divisie artillerie in een afdeeling met 3 batterijen van 4 stukken; de afdeeling is niet uitgerust voor vereenigd tactisch gebruik. Normaal is indeeling van een batterij per regiment infanterie Ruime uitrusting met verbindingsmiddelen maakt gebruik van afzonderlijke sectiën van 2 stukken mogelijk. v.D. Artillerie. De vuren tot steun der infanterie in den aanval. In The Field Art. Journal van Sept./Oct. 1934 bespreekt de MajoorWaïil de steun van de inf. in den aanval The direct support of infantry in an attackaan de hand van een applicatorisch voorbeeld, dat behandeld werd aan de Amerikaansche Field Art. School. Het behandelde geval is in sterke mate op den stellingoorlog gebaseerd. Zoo wordt uitgegaan van den opzet, dat het geheele verdedigingssysteem van den vijand tot in de kleinste bij zonderheden bekend is. Daarna wordt nagegaan hoe de inf. aanval op de kaait zal verloopen in verband met den tijd. Hierop worden, in overleg met den Bat. cdt., de voorbereide vuren ter ondersteuning gebaseerd, waarbij speciale aandacht wordt besteed aan de vijandelijke mitrs. en reserves. Enkele opvallende bijzonderheden willen wij aanstippen. In de eerste plaats valt op de uiterst langzame beweging der inf De gereedstelling ligt op 600 a 700 m van de vijandelijke stelling; de voor- waartsche beweging tot stormafstand 100 m) duurt 1V2 uur. Dit brengt mede, dat het vuur op de voorste vijandelijke verdedigingslijn reeds 1 uur vóór den stormaanval naar achteren is verlegd. De voorbereide vuren worden aangeduid met cirkeltjes op een calque. De afmetingen van de vuren worden niet aangegeven. Doch waar aangehaald wordt, dat een veldbatterij (resp. zware houw. batt.) gedurende uur 2

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 130