401 Geschikte doelen zijn: ld. artie, railbaancentra, co. posten, troepen in bivak of op marsch, reserves, autotreinen. De beste verdediging is maskeering tegen de lucht en het uitzenden van verkenners op de flanken overdag; de dieren moeten tot een minimum aan tal worden gereduceerd. Gedurende de nadering, den aanval en het weg trekken moet men alle beschikbare vuurkracht in werking brengen tegen de vliegtuigen. Na een korte beschouwing over jacht- en bombardementsvliegdienst be ëindigt S. zijn opstel met eene opsomming van de factoren, die den vlieg- dienst karakteriseeren. Vit de oorlogspractijk der kustartillerie. De schaarsche literatuur over de oorlogspractijk der kustartillerie wordt door Capt. W. A. Murley aangevuld met zijn artikel The bombardment of the Hartlepools in de Journal of the Royal Art. van Oct. 1934. Hierin wordt een beschrijving gegeven van het bombardement van het stadje The Hartle pools (Westkust van Engeland) en van zijne kustversterkingen door een eskader van 3 Duitsche pantserkruisers op 16 Dec. 1914. De kustverdediging bestond uit 3 (niet-snelvuur) kanonnen van 15 cm en 2 snelvuurkanonnen van 12 cm. met dracht resp. van 11 en 7 km, alle aan de kust opgesteld voor directe richting. (Verder nog aanwezige 10 cm. ka nonnen hebben niet aan den strijd deelgenomen). De plaatselijk marine strijdkrachten bestonden uit 1 divisie van 4 torpedobootjagers, 1 onderzee boot en 2 lichte kruisers met 10 cm. geschut, die echter practisch niets hebben kunnen uitrichten gedurende het bombardement. Eene interessante beschrijving wordt gegeven van het verloop en de resultaten van het weder- zijdsche artillerievuur, dat zich tusschen 4 en 9 km afspeelde. Wij kunnen alleen enkele bijzonderheden aanhalen. Het eerste schot viel van de zijde der Duitschers en vernielde in eens alle telefonische verbindingen van een der kustbatterijen. De Duitschers schoten met granaten van 28, 20, 15 en 10 cm. Behoudens beschadigingen aan de electrische geleidingen leden de kustbatterijen verder slechts geringe verliezen (totaal 2 gesneuvelden), hetgeen toegeschreven wordt aan de doel matige camouflage. Wel had men zeer veel last van de rookontwikkeling der vijandelijke projectielen bij het richten en waarnemen. Bij de verder nog aanwezige 2 inf. compagnieën en het det. genietroepen vielen 5 dooden en 13 gewonden en bij de marinestrijdkrachten 7 dooden en 13 gewonden, ter wijl een der lichte kruisers zwaar beschadigd werd in den havenmond. In totaal verschoten de Duitsche schepen (totale bewapening 20 X 28 cm, 12 X 20 cm, 32 X 15 cm, 40 X 10 cm) in de 3 kwartier, die het bombarde ment duurde, 1150 projectielen, waarvan V2 a op de kustversterkingen, de rest op de stad, de haveninrichtingen en de oorlogsschepen. Daartegenover verschoten de kustbatterijen 123 projectielen van 15 cm. Tijdens het vuur bleken de pantserprojectielen geen uitwerking te hebben, waarna men overging tot vuur met brisantgranaten op den bovenbouw dei- schepen. Men bezorgde den Duitschers een verlies van 80 dooden en 200 gewonden, zoomede beschadigingen aan de schepen. Deze getallen toonen wel duidelijk het overwicht van het landgeschut op het scheepsgeschut. Doch de Engelschen voelden zich blijkbaar niet erg gerust met hun geschut van max. 15 cm, zoodat zij kort na dit voorval de verdediging versterkten met een monitor met 2 kanons van 30 cm. Schieten. Over het gebruik van hemellichamen als hulprichtpunt schrijft Capt. de réserve G. Wels in de Sept. aflevering van de Revue d'Art. 1934 Pointag'e direct des pieces sur les astres)Het artikel is gebaseerd op de atmosferische en terreinstoestanden in Tunis. Hiervan uitgaande noemt S. verscheidene voordeelen van de methode, die in het kort neerkomen op het volgende. Het terrein levert weinig hulprichtpunten op; de hrpn, die er zijn, zijn weinig

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 133