lijken ingang tot de grot. Dit punt, 1.75 m. boven het platform
gelegen, is slechts bereikbaar langs een van het platform in schuine
richting oploopend hellend vlak, waarvan de voet 3 m. beneden de
zitplaats van luitenant Harterink x) is gelegen. Ter rechterzijde
van den ingang bevindt zich een over het platform overhangend
en uitstekend rotsblok, waar men onderdoor kan kruipen.
Het spreekt vanzelf, dat luitenant Kooistra, toen hij bemerkte
niet met 1 doch met 3 grotten (althans toegangen) te doen te
hebben, alle drie afsloot.
Majoor Agerbeek rukte met 1 groep (reserve) tot punt E op.
Hiei lag een rotsblok, dat boven het platform uitstak en van
welke plek men eenig inzicht in grot nr. 2 had.
Voor grot nr. 2 gekomen sommeerde luitenant Kooistra de
uitgewekenen naar buiten te komen. Daar zij geen antwoord
gaven, kreeg hij van den actieleider een teeken voorzichtig naar
boven te klimmen. Ter misleiding riep luitenant Kooistra: „Naik",
terwijl hij op een uitstekend gedeelte van den rotswand staande
zijn bamboehoed op zijn lampoe center langzaam boven den
drempel uitstak. Oogenblikkelijk werd naar den hoed met lans en
gléwang gestoken en geslagen terwijl een steenenregen losbrak.
Majoor Agerbeek liet de groep bij E het vuur op den ingang van
de grot openen. Dit was mogelijk daar de groep van luitenant
Kooistra onder het overhangend rotsblok wegdook. De actieleider
had de karabyn van zijn dardanel genomen en vuurde telkens
wanneer een hoofd van de djahats zichtbaar werd.
Aangezien de opstelling van de reserve-groep bij E te laag bleek,
werden enkele schutters in de boomen nabij A opgesteld. Van deze
boomen uit had men inzicht in de grot. De boomen B vlak voor de
grot lagen te gevaarlijk in verband met lansworpen.
Een groep van luitenant Kooistra nabij den ingang van grot
1 opgesteld meldde, dat deze grot geen verbinding had met de
middelste grot. Deze groep werd wegens het gevaar van eigen
vuur, bij een eventueelen uitval van de verzetslieden, op het
rotsblok C opgesteld, van welk punt ook eenig uitzicht in de
hoofdgrot werd verkregen.
Een tweede poging door luitenant Kooistra ondernomen om in
de grot te klimmen mislukte, de wand bleek te steil. Majoor Ager
beek besloot, alvorens de actie door te zetten, eerst stormladders
te doen vervaardigen en handgranaten uit het bivak Poedéng te
laten halen, aangezien de djahats zich achter de groote in en ach
ter den ingang van de grot gelegen rotsblokken konden verschan
sen, zonder dat zij door karabijnvuur getroffen konden worden.
b Luit. Harterink zit op den steen achter den staanden man die links op
de foto, een witte handdoek in de linkerhand houdt.
295