werden aan het einde twee waterputten ontdekt. Overigens werd
niets bijzonders aangetroffen.
De patrouilles kwamen tusschen 4 6 nam. achtereenvolgens
te Poedéng terug.
V.P. 99, 8 handgranaten.
Resultaat neergelegd 7 verzetslieden.
Buitgemaakt Blanke wapens en 2 kitabs.
30 December.
Op dezen dag vertrokken 2 brigades infanterie op dagpatrouille
met opdracht toezicht te houden op het begraven van de gesneu
velden. Dit begraven moest volgens mohamedaansch ritueel en
niet als sjahid plaats hebben. De namen van de gamponglieden uit
de Poedéngvallei, die bij de ter-aarde-bestelling tegenwoordig
waren, werden genoteerd. (Deze maatregel is immer van
belang, men komt op deze wijze achter de namen van de familie
leden en van de aanhangers van de bende).
De patrouille keerde te 7.30 nam. terug met de melding, dat de
begrafenis had plaats gehad door de zorg van lieden uit het Kloe-
angsche; hierbij waren een 50-tal lieden uit de Poedéngvallei,
waaronder een 10-tal vrouwen, aanwezig. (Ongeveer 20 van deze
lieden waren met de B. O. W. auto gekomen; van de twee Atjeh-
sche chauffeurs was er vroeger een als aspirant kwaadwillige
genoemd
31 December.
De 2de en 5de brigade maréchaussée keerden naar hun garnizoen
terug, zoodat in het landschap Lhong voorloopig nog achterbleven,
ten einde niet, gelijk in 1926 Bakongan geleerd heeft, door spoedi
ge terugtrekking van de gewapende macht, den indruk te vesti
gen, dat de Keumpeunie toch bang is: 2 brigades maréchaussée
en 4 brigades infanterie, met opdracht: Patrouilleeren ter voorko
ming van nieuw verzet, het brengen van orde en rust in boven
vermelden moekim.
V. OPMERKINGEN MET BETREKKING TOT DE
VOORBEREIDENDE MILITAIRE MAATREGELEN
EN DEN ACTIETIJD.
Beveiligings- en voorzorgsmaatregelen.
Immer weer blijkt, dat in „vredestijd" de voorgeschreven be
veiligings- en voorzorgsmaatregelen nu en dan worden veron
achtzaamd.
Een brigade, welke bij het opbreken haar vuren laat branden,
handelt verkeerd.
297