innemende, gemakkelijk mede te voeren, opgevouwen tandoe werd achtergelaten. Uit bovenstaande moge blijken, hoe noodzakelijk het is, dat de patrouillecommandant zich voor het uitrukken van de aanwezig heid der brigade-uitrusting overtuigt. Marschorde van de brigade. Zooals uit een bestudeering van bijlage nr. IV moge blijken, marcheerde de brigade in den nacht van 18/19 December met tweeën zonder tusschenruimte tusschen de gelederen. De pa trouillecommandant liep nr. 2 in het rechter gelid, de brigade commandant nr. 2 in het linker gelid; de panglima in het rechter gelid aan de staart. Deze marschorde wijkt af van de normale wijze van marcheeren in streken waar aanvallen met het blanke wapen zijn te verwachten. Overal waar zulks bepaald ONMOGELIJK is (bergterrein, moerassen) wordt met tweeën gemarcheerd met de noodige tusschenruimte tusschen de gelederen. In deze tus schenruimte marcheeren de officieren en het kader, de comman danten daar waar zij het beste overzicht over de patrouille hebben, doch niet geheel vooraan. Ieder blijve op zijn plaats. Gebleken is, dat tijdens den marsch van de brigade in den nacht van 18/19 December, alvorens aanraking met de bende werd verkregen, de dardanel van den patrouillecommandant, die oorspronkelijk nr. 3 in het rechter gelid liep, zonder toestemming van patrouille- of brigadecommandant te hebben gevraagd, met nr. 3 van het linker gelid van plaats heeft gewisseld. De dardanel, die blootsvoets op den harden weg liep, vond het prettiger in het linker gelid, dat op den grasberm marcheerde, over te gaan. Nr. 3 van het linkergelid, die gummischoenen droeg, had hiertegen geen bezwaar. De wijziging der formatie is dus onopgemerkt, in het donker, achter den rug van patrouille- en brigadecommandanten, ge schied. Behoudens de patrouillecommandant en zijn dardanel heeft niemand de in bijlage IV aangegeven opstelling verlaten. De meest waarschijnlijke toedracht van het ongeval kan als volgt worden omschreven. Tijdens het vuren door het rechter gelid van de brigade op de ten westen van den grooten weg vluch tende Atjehers en op den aanvankelijk over het rechter gedeelte van den weg op het rechter voorste deel van de brigade instor- menden Atjeher, bij nacht en bij het onzekere, nu en dan opflik kerende licht van een lampoe center, is de patrouillecommandant, die in het rechter gelid stond, door den aanvallenden Atjeher aangetrokken en door een kleine verplaatsing naar rechts, buiten dat gelid en daardoor in den schuinslinkschen vuurbundel van dat 299

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 29