behoudens bij den len Silezischen Oorlog toen zijn eerzucht een belangrijke rol speelde al zijn verdere oorlogen steeds ten doel hebben gehad Pruisen zóó groot in omvang te maken, dat het land tegenover de andere grootmachten in staat zou zijn een gelijkwaardige positie te eischeneene stelling, waarop overigens het land naar innerlijke waarde beoordeeld reeds lang recht had. Ruim 10 jaren heeft de vrede geduurd. En toch wisten FRIED- RICH zoowel als de andere Europeesche machthebbers reeds in 1746 dat de strijd, waarop ik zoo juist doelde, tóch weder ge streden zou moeten wordendat eischte het onverbiddelijke noodlot En in die tien jaren van vrede heeft de Koning bergen verzet om zijn land voorwaarts te brengen op het gebied van het Al gemeen Bestuur, van Handel en Nijverheid, en van Justitie bracht hij tallooze verbeteringen aan. Maar op één gebied bleef hij de erfenis zijns vaders bijna ongewijzigd voortzetten, nl. waar het betrof de alleenheerschappij „In Preuszen tut der König alles „tmd die andern führen nur jeder in seinem Bereich die Ein- „zelheiten aus". En allerminst regeerde hij zijn land van de studeerkamer uitwant tijdens zomer en herfst bezocht hij alle provinciën, zag toe of zijn bevelen waren opgevolgd en verstrekte de noodige aanwijzingen voor het verdere bestuur. Nadat de troe penoefeningen in Berlin en Postdam waren gehouden reisde de Koning voor eenige dagen naar Magdeburg en vandaar naar Cleve en Ostfriesland. Aan deze reis sloot zich die naar Pommern aan. Tweemalen vóór den Zevenjarigen Oorlog bezocht FRIED- RICH Ostpreuszen. Op 1 September volgde dan de drieweeksche reis naar Silezië. En al die reizen werden op nagenoeg vaste tijden gehouden, en daarbij werd geen minuut tijds verspild. Tot welke vermakelijke voorvallen het despotisme van dezen even geestigen als spotzieken heerscher wel eens leidde, moge nog geïllustreerd worden door het volgende (het geheel stelt voor eene Kabinetsbeschikking van FRIED RICH op een bezwaarschrift der Chirurgen, die zich er over beklagen, dat aan de Scherp rechters is toegestaan om „uitwendige kunstbewerkingen" op de menschen toe te passen). 272 „Sohn bey einen Kriege in Flandern sagte, Mich deucht Mein Vater! wir „könnten noch eine gewisse Stadt nehmen? Darauf aber von dem Marechal „zur Antwort erhielt, schweig stille kleiner Narre, wilt du dasz wir nach „Hause gehen sollen, um bey uns unsern Kohl zu pflantzen? Mit einem Wort, in Sachen so Bataillen betreffen, musz man der Maxime des Hebraischen „Sanhedrin folgen, dasz es besser sey, dasz ein Mensch sterbe, als dasz das „gantze Volck verderbe". (Sanhedrin de Joodsche Hooge Raad in Jeruzalem. SI.).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 2