commando: „Vuren" de kans zeer groot is, dat militairen aan het vuur deelnemen, terwijl zij geen doel voor zich hebben. Naar aan leiding van het droevig ongeval in den nacht van 18/19 December, heeft de gewestelijk militair commandant van Atjeh en Onder- hoorigheden en S. O. K. de patrouilleorder aangevuld en bepaald dat, indien bij een nachtelijke patrouille aanraking met den vijand wordt verkregen en vuren gewenscht dan wel noodzakelijk is, door den patrouillecommandant bij zijn desbetreffend commando steeds zal worden bepaald, WIE er moeten (mogen) vuren, b.v.: „Spits pasang"; „gelid kanan (kiri) pasang", enz. De niet aangewezenen schieten niet. Het spreekt van zelf dat, indien b.v. de achterspits omverhoeds wordt aangevallen, het commando tot vuren van den commandant dier achterspits zal uitgaan. Dringt de vijand bij een nachtelijke ontmoeting op de brigade in dan wordt de vijand, indien hij binnen „houwbereik" is geko men, enkel van den klewang gebruik gemaakt. Het gebruik van de lampoe center. Omtrent het gebruik hiervan was door den patrouillecomman dant bepaald, dat alle maréchaussées, die in het bezit van een center waren, deze (in den nacht van 18/19 December) mochten medenemen. Voor het geval, dat aanraking met den vijand werd verkregen, zouden de groepscommandanten en de brigadecom mandant hun lampen laten schijnen, doch niet voor dat de patrouil lecommandant daartoe overging. De maréchaussées mochten in het uiterste geval („djikalau perloe sekali") van hun centers ge bruik maken. Tijdens het vuren op den aanvallenden Atjeher zien we o.a. een groepscommandant het terrein voor het linker gelid belichten met een op zijn loop gebonden center. De brigadecommandant, die aanvankelijk zijn lamp en zijn kle wang in de rechter hand hield liet, toen hij den aanvallenden voor hem verschijnenden Atjeher onder vuur nam, zijn lamp, welke met een touwtje aan een zijner jasknoopen was bevestigd, los. De panglima, die zijn center liet schijnen voor het rechter gelid, heeft niettemin 2 schoten op de voor langs dat gelid vluch tende Atjehers afgegeven. Duidelijk blijkt wel, dat omtrent het gebruik van de centers verwarring bestond. Ook ten aanzien van deze kwestie is de patrouille-order aan gevuld. „Bij nachtelijke patrouilles c.q. ondernemingen wordt alleen door de commandanten der drie groepen der brigade van de cen ters gebruik gemaakt en dan nog alleen op last van den patrouille commandant. Hij, die centert, vuurt niet mee. (Zie ook V.P.T.L. 74 (1): „Steeds worden lantaarns of fakkels mede genomen, welke echter alleen op last van den commandant worden ontstoken"). 303

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 33