De moseulimin (geloovigen) achten het een plicht dezen oorlog den HEILIGEN te noemen, d.w.z., den oorlog op den weg Gods (fi sabil Allah)Uit deze beweging is de in onzen Archipel gebrui kelijke term PRANG SABIL voortgekomen, de eenige algemeen gebruikte. In de moseuliminsche werken, welke de voorschriften en bepa lingen behandelen, m.b.t. den djihad, komt o.m. het volgende voor„De gesneuvelde kameraden, dat zijn dus zij die als sjahid (d.i. martelaar, getuige voor den Islam) gevallen zijn, moeten in den toestand waarin het stoffelijk overschot is gevonden, begraven worden. Lijkwassching mag niet plaats hebben, evenmin bidden bij het graf". Zij hebben zich als het ware zoo verdienstelijk ge maakt door hun geloofsstrijd, dat de gewone ritueele verplich tingen niet voor hen gelden. Het spreekt van zelf, dat wij de Atjehers ook in dit opzicht langzamerhand tot andere gedachten en opvattingen moeten trach ten te brengen. Hinderlagen. We zagen reeds dat met ingang van 17 December (eerste dag van de poeasa) de periode van het leggen van hinderlagen werd ingeluid. Inderdaad moet met een veelvuldig bezoek van de ver zetslieden des nachts aan de gampongs rekening worden gehou den. In het algemeen hebben hinderlagen, zooals deze hier zijn toe gepast, alleen succes indien de bende GESIGNALEERD is, wan neer nl. betrouwbare berichten omtrent de bewegingen van de bende zijn ontvangen. Dit was nu, voor zoover ons bekend, hier nimmer het geval. Geen der hinderlagen heeft dan ook succes gehad. VI. OORZAKEN VAN HET VERZET. Hoewel onbeschoft en ruw optreden door den imeum van den moekim Glé Broeë heeft plaats gehad, o.m. tijdens de belasting inning en deze Teukoe door zijn handelwijze de stemming onder de bevolking van die landstreek niet verbeterd zal hebben, ligt de werkelijke oorzaak van de ontevredenheid onder het volk toch dieper. Het onderzoek heeft aangetoond, dat de geestelijke hoofdleider van de beweging, met name de gesneuvelde Teungkoe Hasan, al sinds jaren ontevreden was, terwijl door zijn propaganda langzamerhand de andere zieltjes zijn gewonnen. De zaak was al in kannen en kruiken ten tijde van het uitplanten der padi (September 1933)Er moest alleen nog door sembahjang, het onderricht in de ilmoe keubai 1) (onkwetsbaarheidsleer) en het 305 Op het lijk van Teungkoe Hasan werd o.m. een boekje gevonden inhou- dende de leer der onkwetsbaarheid.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 35