Iedere individueele of massale teleurstelling of tegenslag wordt verweten aan de keumpeunie, de geestdrijverij vindt een open oor, zoodra die maar in de richting van de prang sabil gaat. Alleen de aanwezigheid van een sterke parate weermacht geldt voor de ons loyale hoofden, geestelijken en intellectueelen als motief tegen den „Heiligen oorlog". Zou de keumpeunie merkbaar verzwakken, dan is er niet één van onze getrouwen, die niet zou erkennen, dat het Atjehsche volk zijn kans moest nemen, al weten zij hoe het land daarmede achterop zou komen. Men bedenke dat het: ,,Bè tameugot ngon Oelanda kaphé, moesoh sabé moepeusaka", (verzoenen wij ons niet met de Hollandsche kafirs, zij zijn onze erfvijanden ten eeuwi gen dage) nog steeds in de harten van het grootste deel van het Atjehsche volk weerklank vindt. Slechts uiterste waakzaamheid van de hoofden en van de meer ontwikkelden kan de geestdrijverij tijdig beletten. Het zij hier nogmaals vermeld, dat patrouillecommandanten in dit opzicht een dankbare taak kunnen vervullen. Zij toch patrouilleeren in gam- pongs, welke zelden of nooit door bestuursambtenaren worden bezocht en kunnen waardevolle inlichtingen inwinnen. Dus niet doelloos rondloopen, doch praten met bevolking en hoofden en vooral het vertrouwen trachten te winnen. Uit het verzet is wel heel duidelijk gebleken, dat de toenmalige aanstelling van adatrechtelijke niet-rechthebbenden zich te Lhong heeft gewroken; dit heeft het vertrouwen in de welwillendheid van de keumpeunie geschokt, men verzweeg zijn klachten voor de gamponghoofden, die feitelijk buiten hun dorp woonden en voor een imeum, dien men nooit zag, want men dacht, dat de keumpeu nie dit zelf zoo wilde hebben. Klagen bij den oelèëbalang beteeken- de klagen tegen hemzelf en tegen een vreemdeling. De prang sabil wordt onder die omstandigheden wel heel aanlokkelijk voor den Atjeher, want die beteekent öf een geweldig succes óf een prachti- gen dood. Vandaar dan ook, dat tientallen adspirant-djahats in spanning zaten toe te kijken, wier instinct van zelfbehoud hen van het eerste avontuur afhield, maar ongetwijfeld zich zouden hebben aangeslo ten na het eerste succes. Dat van den aanvang af met een betrekkelijk groote macht werd opgetreden valt zeer toe te juichen. Deze maatregel heeft zeer zeker de rest van de bevolking van Lhong doen inzien, dat er momenteel geen schijn van kans tegen de keumpeunie bestaat, zoodat een prang sabil onder deze omstandigheden zelfs koraanisch verboden is. Bovendien heeft dit krachtige optreden infectie elders in Atjeh voorkomen, want ook dat gevaar mogen wij nimmer uit het oog verliezen. Ieder verzet tegen de keumpeunie gaat als een loopend 308

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 38