Hirth's Annalen, 1884 en 1885, biz. 139.
Mr. Joh. Jacob van Hasselt, „Korte Verhandelinge over de Ge
hoorzaamheid, die een Soldaat van den Staat der Vereenigde
Nederlanden zijnen Bevelhebberen moet bewijzen".
Collette, Militaire Spectator 1890, blz. 714.
Hubner, Lehrbuch für den Unterricht über die Militarstrafgesetze;
blz. 30.
(Zie overigens de literatuur vermeld in de noten onder aan
de bladzijden).
J urisprudentie.
M. R. T. XV, blz. 104, De ongeregeldheden in de Kromhout-
Kazerne te Utrecht in 1918.
M. R. T. XV, blz. 391, Algemeene opstand; oproer.
M. R. T. XIX, blz. 197, Samenspanning tot opstand en tot het
„ondernemen van een aanslag met het oogmerk om den
„wettigen Regeeringsvorm van Ned.-Indië op onwettige wijze
„te veranderen".
M, R. T. XIX, blz. 563, Voor een dienstbevel is geen vereischte dat
het woord „gelasten" of „bevelen" wordt gebruikt, zoo slechts
duidelijk blijkt dat het gezegde als een last of bevel is bedoeld.
M. R. T. XIX, blz. 567, Onder „dienstbevel" in art. 103 W.v.M.S.
moet worden begrepen een bevel eenig militair dienstbelang
betreffende.
M. R. T. XXII, blz. 201, De ongeregeldheden te Assen, enz. in de
Tweede Kamer.
M. R. T. XXII, blz. 377 v.v., De ongeregeldheden te Amersfoort
in 1926.
M. R. T. XXII, blz. 435, De ongeregeldheden te Ede en Assen zie
ook blz. 440.
M. R. T. XXIII, blz. 42, Nog een ernstig woord naar aanleiding
van de ongeregeldheden tijdens de herhalingsoefeningen 1926.
M. R. T. XXIII, blz. 167 v.v., De ongeregeldheden te Assen in 1926.
M. R. T. XXIV, blz. 430, „Weigeren en opzettelijk nalaten".
M. R. T. XXVII, blz. 536, Collectieve ongehoorzaamheid bij de
Britsche marine, het Luciageval.
M. R. T. XXVII, blz. 544, Opzettelijke ongehoorzaamheid aan
een onbevoegd gegeven dienstbevel, door Mr. D. J. Veeg ens.
M. R. T. XXIX, blz. 359, Niet gehoorzamen omvat zoowel „wei
geren" als „opzettelijk nalaten".
Kan „weigeren" bij ééne handeling gepaard gaan met „opzette
lijk nalaten"
Neen: H.M.G. N.I., 24 Aug. 1928, M. R. T. XXIV, blz. 511 v.v.;
Ja: Hed. H.M.G. 18 Jan. 1924, M.R.T. XIX, blz. 563 v.v.;
M. R. T. XIX, blz. 567 v.v.; M. R. T. XXIV, blz. 160 v.v.
333