Geresumeerd acht ik een eventueele pogingtotovergangvan
'svijands gros in mijn vak het meest waarschijnlijk m strook x,
vervolgens (eventueel een nevenondernemmg) m strook y.
g. Gedurende de perioden dat een overgang kan worden ver
wacht gegevens hieromtrent te verkrijgen door patrouillegang
op den W oever, van de bevolking of vlgn., overigens te verwach
ten in den nacht (in het bijzonder den nanacht) en geduien
slecht zicht (b.v. bij kunstmatigen nevel) zal dus aan deze
strooken bijzondere aandacht worden gewijd en zullen hier au o-
matische wapens in overdag goed voorbereide gevechtsdekkingen
vuurbereid worden opgesteld (te combineeren met waarnemings
posten en hindernissen langs den oever)- In deze strooken zullen
voorts meer landinwaarts tegen uitbreiding eemge hindernissen
worden aangebracht.
h. In verband met mogelijk optreden van vij pantserauto's
en vechtwagens dienen in en nabij den weg S V (ook in den
rug) hindernissen (onderscheidenlijk te bestrijken door zware
mitr. en art.) daartegen te worden aangebracht.
i De voor steun van het vak aangewezen bij. A. vd. zal bij
voorkeur uit één opstelling zoowel in strook x als in strook y
vuur moeten kunnen brengen. In deze strooken verschillende vun.
on O en W oever voorbereiden. De bij. zal overigens den tegen
aanval van de vakreserve moeten steunen en moeten kunnen deel
nemen aan den vechtwagen- en paun. afweer.
i. De zware mitr., op te stellen nabij de vakreserve dienen
mede voor bestrijding van laag vliegende vlgn. (zie sub h).
k De mrtn. houd ik bij de vakreserve ten einde bij optreden
der vakreserve steun te verleenen, zij zullen gedurende den nacht
achter strook x worden vooruitgeschoven.
I. Ik zal trachten door inhuur (vordering) van rwn. een zoo
groot mogelijk deel der vakreserve meer mobiel te maken.
Bij aankomst te V te 9.15 vom. besluit de vakcdt. zoo spoedig
mogelijk de nadere verkenning (per rijwiel) van de oeverstrook
ter hand te nemen. Hij draagt een luit. op aan de overzijde tot
op 3 a 4 km van de rivier (grens bedekt terein) een verkenning
uit te voeren, waarbij in het bijzonder na te gaan de gesteldheid
van de wegen en paden, de begaanbaarheid van het terrein, de
mogelijkheid van gemaskeerde nadering en inzicht in het terrein
oü den O oever. Aan den medegenomen cies. cdt. (C. 1-inr.J y
draagt hij op met een der sie. cdtn. de plaatsen van de wachten
354