5. ENKELE TOELICHTINGEN op het VOORSCHRIFT GEHEIME BERICHTENWISSELING door W. A. VAN DER BEEK, Kapitein der Infanterie. (slotzie I. M- T. 1935, No. 2) Hoofdstuk Hl. punt 29 (2). Hoewel elk vakje van het schuilnamen-schema benoemd wordt door één letter en een tweecijferig getal, zoo kan men den schuilnaam K 02 rustig ,,K 2 benoemen en ver- cijferen (is alweer 3 letters korter). In het op blz. 17 van het voorschrift gegeven voorbeeld is zulks ook geschied. punt 30 (2)Dit punt is door het uitvallen van een regel ver minkt. Ten rechte behoort dit punt te luiden (2) De Commandant van het Leger stelt, na voor de behoefte van het Algemeen Hoofdkwartier, voor de Buitengewesten, enz., één of méér diagonalen te hebben gereserveerd, de noodige dia gonalen ter beschikking van den Commandant van het Veldleger, die deze nader verdeelt, na voor de behoeften van het Hoofd kwartier van het Veldleger één of méér diagonalen te hebben gereserveerd, enz. punt 30 (6). De schuilnamen behooren ten behoeve van de horizontale zoowel als van de verticale berichtenwisseling aan de nevencommandanten bekend te zijn. Waar zulks verzuimd wordt, kan dit verzuim aanleiding geven tot grootere omslachtig heid en tot stagnatie. Óók moeten de commandanten van de verbindingsafdeelingen (-posten) tot op zekere hoogte met de schuilnamen der verschil lende Korpsen (onderdeelen) bekend zijn. Hoè ver deze bekend heid zich behoort uit te strekken, kan hier nog niet met stellig heid worden aangegeven, omdat dit afhankelijk is van de orga nisatie van den verbindingsdienst. punt 31 (a). Indien het sleutelwoord voor de constructie van het schema voor oproepseinen en dat voor schuilnamen wordt 364

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 96