515
dat gecontroleerde vorkgrenzen dezelfde waarde hebben als één en één
op de gehalveerde grens. Verder komt S. ook nog tot de conclusie, dat het
juister is om bij het groepschieten een treffer te tellen als V2 en
in plaats van als 1 en 1 Bij de afwijkingen, die de schietregels toonen
van de strenge toepassing der regels van de waarschijnlijkheidsrekening,
blijkt, dat in het schietvoorschrift rekening is gehouden met de wenschelijk-
heid om een zekeren eenvoud te betrachten en ook met de kans op foutieve
waarnemingen.
De lieutenant De Wergifosse geeft in dezelfde tijdschrift-aflevering een
van het schietvoorschrift afwijkende methode voor nachtelijk inschieten
Réglage d'un tir de nuit), die veel overeenkomst vertoont met de bij ons
gebruikelijke methode. Afwijkingen hiervan zijn beide zijposten nemen
SH waar ter onderlinge controle; de groep schoten bestaat slechts uit 3 tot
6 waargenomen schoten; correctie van de SH heeft plaats door wijziging van
de T.H. in plaats van de regelaar. Bij de verplaatsing van het gemidd.
springpunt naar het gewenschte trefpunt wordt rekening gehouden met de
helling van de richtlijn (verhoogde TH), terwijl men bij den overgang op het
doel (zakken van den TH) gebruik maakt van de grafieken van de „fins
de trajectoire".
Geneeskundige Dienst, enz.
Actieve immunisatie tegen tetanus.
Rondschrijven van den Inspecteur van den Mil. Geneeskundigen Dienst,
dd. 14 Maart 1935, Nr. 167/VI:
„Het rondschrijven dd. 26 November 1934 No. 66/VI 1) betreffende de ac
tieve immunisatie tegen tetanus heeft aan enkele Gewestelijk Eerstaan
wezende Officieren van Gezondheid aanleiding gegeven vragen te stellen,
waaruit blijkt, dat eene nadere toelichting van enkele punten gewenscht
voorkomt.
(1) In genoemd rondschrijven staat sub (b) te lezen:
„D.w.z. de eerste injectie geeft geene antitoxische immuniteit, maar
sensibiliseert het lichaam".
(2) Deze zinsnede drukt echter de bedoeling niet juist uit, daar het
woord „sensibiliseeren" hier niet gebruikt is in den zin van overgevoelig
maken. Bedoeld wordt, dat de eerste injectie slechts een gering, gewoonlijk
niet aantoonbaar gehalte aan antitoxine in het bloed te voorschijn roept,
doch niettemin in het organisme eene zoodanige grondimmuniteit opwekt,
dat deze door eene volgende injectie snel en hoog wordt opgevoerd.
(3) Ofschoon een interval van meerdere weken tusschen 1ste en 2e en
vooral tusschen 2de en 3de injectie tot eene veel hoogere immuniteit voert,
zal om practische redenen de gebruikelijke wijze van vaccinatie met eene
week interval gevolgd worden, terwijl de revaccinatie jaarlijks uit eene enkele
injectie zal bestaan.
(4) Weliswaar zal de immuniteit der gevaccineerden (die dus beginnen
met drie injecties met eene week tusschenpoos) dan niet tot maximale
hoogte stijgen en die der gerevaccineerden (die dus beginnen met eene
injectie en elk jaar eene volgende injectie krijgen) aanvankelijk zelfs zeer
gering zijn, doch ieder jaar zal de revaccinatie de immuniteit hooger doen
stijgen.
Opgenomen in I. M. T. 1934, Nr. 12, blz. 1229. Red.