Onder de films voor indirecte exploitatie zouden we ook de
onderwijs- en de militaire instructiefilm willen rangschikken. Het
gebruik voor onderwijs- en instructiedoeleinden is, zooals hier
onder zal worden uiteengezet, eveneens de laatste tien jaren be
langrijk toegenomen.
Ten slotte is ook van particuliere zijde de belangstelling voor
de cinematografie gegroeid. Aardige momenten uit het kinder
leven, reis- en vacantieherinneringen, spannende oogenblikken uit
sportwedstrijden, vormen geliefde onderwerpen voor den amateur-
cineast. Maar ook de speelfilm is den meer ervaren amateur niet
vreemd meer. Het is bewonderenswaard wat enkelen hunner met
primitieve middelen weten te presteeren
In onze dagen is de film, dan ook meer dan een object voor aflei
ding en vermaak, een goede film bevordert tevens kunst en kunst
zin. Als cultureele film vormt zij een middel voor ontwikkeling
en opvoeding. Voor propaganda- en reclamedoeleinden is zij een
middel voor snelle en practische publiciteit. Als hulpmiddel bij
onderwijs en instructie vertegenwoordigt zij een moderne methode.
Voor vastlegging van gebeurtenissen van nationale en internatio
nale beteekenis vormt zij een stuk in beeld gebrachte geschiedenis.
In den vorm van amateurisme werkt zij mede tot zelfontwikkeling.
De onderwijsfïlm.
De reeds eerder genoemde vereenigingen voor Kinoreform
namen ook de onderwijsfilm ter hand. In 1907 en volgende jaren
werden de eerste producten voor onderwijsdoeleinden afgeleverd.
Vooral de Fransche firma's Gaumont en Pathé legden zich op de
onderwijsfilm toe. Tijdens en vooral na de oorlogsjaren onder
gingen aanmaak en gebruik in verschillende landen een belang
rijke uitbreiding.
Deze onderwijsfilms werden aanvankelijk vertoond in
plaatselijke bioscooplokalen. Doch in verband met de slechte
reputatie, die film en bioscoop in die dagen aankleefde, kwam
van de zijde der ouders ernstig verzet tegen dit bioscoopbezoek.
In de bioscoop kon hun kind alleen slechte dingen leeren
De film zelve was uit onderwijsoogpunt ook allesbehalve
volmaakt. Veelal was de inhoud zeer oppervlakkig. De filmexploi
tant toch hield bij de vervaardiging van onderwijsfilms ook en
niet in het minst rekening met de mogelijkheid om haar behalve
aan onderwijsautoriteiten aan bioscoopexploitanten te kunnen
verhuren. Hij zorgde er dus wel voor, dat de film ook voor het
bioscoop-bezoekend publiek eenige aantrekkelijkheid had, waar
door de details, waar het om gaat bij het onderwijs, schromelijk
werden verwaarloosd.
Aan de wenschen van de onderwijsautoriteiten werd tegemoet
gekomen door voortaan speciaal voor het onderwijs ontworpen
423