v"O'
i
K L
Figuur 1.
1. bekkenring.
2. en 3. zijstaven, a. b. c. ijzeren ringen.
4. steunijzer. d. e. 2 gleuven.
5. ophangijzer. f. g. 2 gleuven.
6. enkelmanchet, h. i. 2 banden.
7. schoenijzer. k. 1. 2 banden.
Bij de nieuwste zending Thomas spalken werden
1. de staven 2 en 3 door holle buizen vervangen, waardoor het gewicht met
30% kon verminderd worden
2. verder werden de ringen a en b van steviger materiaal vervaardigd, zoodat
de reserve-ring c hierdoor overbodig werd.
Figuur 2.
rhomasspalk bovenaanzicht.
Figuur 3.
Thomasspalk gebruik in het hospitaal.
Behoort bij Artikel: De Thomasspalk, I. M. T. No 4, 1935.
Figuur 4.
Thomasspalkgebruik te velde. Snelverband om bovenbeen.
Enkelmanchet aangebracht.
Figuur 6.
Thomasspalk gebruik te velde.
Demonstreerend het gebruik als beenlade en tevens extensieverband.
Figuur 7.
Thomasspalk ingericht als beenlade.
Figuur 5.
Thomasspalk gebruik te velde.
Detailfoto demonstreerend het gebruik van het
schoenijzer.
Rechts ernaast de rol vette watten, te gebruiken onder de enkelmanchet
en onder de knie suspensie zwachtel.
In plaats van een flanellen zwachtel kan men ook de puttee van den
patiënt zelf gebruiken om de beenlade te vormen.
Gebruikt is hier een nieuw model de staven 2 en 3 bestaan uit holle
buizen: a en b bestaan uit steviger materiaal en ring c (zie fig. 1) is hier
door overbodig.