korten tijd was dit de universeele maat van elk filmbedrijf, dus •ook voor onderwijs en voor militaire instructie. Zooals reeds elders naar voren werd gebracht, was het de ama- teurcinematografie, die den stoot heeft gegeven voor een meer ■algemeen gebruik van de film. De filmamateur toch wenschte zich een klein, handig, goedkoop opnametoestel. Het filmmateriaal mocht niet kostbaar zijn. Verder wenschte de amateur z'n films in huiselijken kring of in een beperkt gezelschap te vertoonen. Dus :geen dure opnametoestellen Geen duur en brandbaar filmmate riaal Geen dure filmzalen Bovenstaande wenschen hebben geleid tot de fabricage van een klein-formaatfilm van de hiervoren genoemde onbrandbare samen stelling, en tot aanmaak van klein-formaat opname- en projectie- toestellen. Hiermede zijn tevens alle eischen van de onderwijs- film ingewilligd. De z.g. smalfilmheeft de hindernissen, welke een meer algemeene toepassing van films voor onderwijs en oplei ding in den weg stonden, opgeruimd Bij deze smalfilm werd de normalisatie niet streng doorgevoerd. Aanvankelijk werd een drietal maten op de markt gebracht, nl. -de 17,5 mm, 1), de 9,5 mm (fig. 2.), en de 16 mm (fig. 3.). Bij de vaststelling van eerstgenoemde twee maten is men uitge gaan van de normaalfilm en heeft de afmetingen gehalveerd en .gevierendeeld. Het waren aanvankelijk alleen de Pathéfabrieken te Parijs, welke deze maten in den handel brachten. Het formaat van 16 mm stamt uit Amerika. Daar werd de smalfilm van meet af aan genormaliseerd op 16 mm. Deze maat is daarna door vrij wel alle fabrieken in Duitschland als Agfa, Siemens e.d. overge nomen. Een maat van vrij recenten datum is ten slotte de 8 mm- .Kodak (fig. 4). De smalfilmapparaten waren in den beginne vrij primitief. Deze omstandigheid, gepaard aan gebrek aan ervaring van den amateur, leidde uiteraard tot geringe resultaten. Doch allengs gingen de amateurs zich vereenigen, hielden filmwedstrijden, kwamen met bepaalde eischen voor opname- en projectietoestellen en oefenden op deze wijze een grooten invloed uit op den aanmaak van smal filmapparaten. Naast practische opnamecamera's verschenen han dige, lichtsterke projectietoestellen, die op een scherm van drie bij vier meter en grooter (de normale afmetingen van het scherm in bioscooplokalen) nog heldere beelden gaven. Een belangrijke verbetering in de afwerking der amateurfilms brachten voorts ontwikkelcentrales, die door de groote filmfa brikanten in elk land werden gevestigd. Bij aankoop van bekende filmfabricaten is thans in den aankoopprijs tevens die van ontwik kelen en afwerken gecalculeerd. Momenteel bedraagt de prijs van 1) Van deze film was geen voorbeeld ter reproductie beschikbaar. 427

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 19