432
BOEKAANKONDIGING.
Het Legioen van Mangkoe Nagoro, door H. F. Aukes, Luitenant-Kolonel
Bfndoe0nTli3g5. 27" wznVan 6t Legi06n' Uit®evers: A' C" Nix en Co.,
1,/rE)a^rtoe,T ultgenoodigd door Zijne Hoogheid, Pangeran Adipati Ario
Mangkoe Nagoro VII, heeft de schrijver de geschiedenis van het Legioen
beschreven, ten einde „zoowel aan het verleden als aan het heden van dit
bijna twee eeuwen bestaand Korps meerdere bekendheid te geven."
Het lag niet zoozeer in de bedoeling een aaneensluitende, afgeronde
korpsgeschiedenis te geven hetgeen ook niet mogelijk bleek, aangezien
daaromtrent slechts spaarzamelijke gegevens werden gevonden doch
meer om het aandeel, dat het korps had in de verschillende oorlogen en
expedities, waaraan het deelnam, in breeder kring bekend te maken.
Het eerste hoofdstuk beschrijft het ontstaan van het Mangkoe Nagorosche
Kijk en van het Legioen van Mangkoe Nagoro.
In het tweede hoofdstuk wordt verhaald van de verdediging
van Java tegen de Engelschen in 1811, waaruit blijkt welke belang
rijke diensten de Solosche troepen bewezen door hun heldhaftig gedrag
bij den wanhopigen, ongelijken strijd om het behoud van Midden-Java.
Daarna zien wij hoe een deel van de cavalerie van het Legioen in 1820
naar Banka wordt gezonden om deel te nemen aan het dempen van den
opstand aldaar; door verschillende omstandigheden kwamen de dragonders
daar evenwel niet tot hun recht.
In het vierde hoofdstuk volgt dan een uitvoerige beschrijving van den
Java-Oorlog van 1825 1830, het meest actievolle tijdperk voor het Legioen,
welks sterkte aanvankelijk 800 man bedragend, tijdens dien oorlog tot 1500
man werd opgevoerd.
Vervolgens zien we een detachement van het Legioen ingedeeld worden
bij de Tweede Atjeh Expeditie, waarbij het Mangkoe Nagoro'sche deta
chement evenwel aan geen der gevechten heeft deelgenomen.
In een aanhangsel volgen ten slotte nog een aantal belangwekkende
gegevens, welke meer in het bijzonder betrekking hebben op de organisatie,
uitrusting, opleiding, oefening, e.d., van het korps.
Is het in kloek formaat uitgegeven werk, dat verlucht is met een aantal
fraaie foto's, in de eerste plaats een waardevol bezit voor den Officier van
het Legioen van Mangkoe Nagoro, ook daarbuiten verdient dit boek, dat
op menige bladzijde getuigt van de verknochtheid van het Mangkoe Nagoro'
sche Huis aan het Nederlandsch-Indische Gouvernement en van de belang
rijke diensten, welke het Korps den Lande bewees, alle belangstelling.
M.
