arbeid dreef hem in een andere richting. Hij werd genieofficier,
in welke functie hij zijn technisch werk steeds heeft gecombineerd
met wetenschappelijke onderzoekingen. Charles Fabry heeft dit
op zeer waardeerende wijze onder woorden gebracht
„Coulomb est, en effet, l'un des plus beaux types de nos ingé
nieurs savants, dominant leur art, toujours soucieux de le faire
progresser, et ne laissant pas échapper une occasion d'entreprendre
une recherche scientifique, même lorsqu'elle se trouve tout a fait
en dehors de leurs occupations habituelles."
Na op Martinique, te Rochefort en Cherbourg vestingbouwkun
digen arbeid verricht te hebben verscheen in 1776 zijn „Mémoire
sur la statique des voütes," in 1779 gevolgd door de „Théorie des
machines simples". In deze laatste verhandeling wijst Coulomb
b.v. op het verschil tusschen statische en dynamische wrijving, en
stelt hij de wetten der sleepende en rollende wrijving op. Zijn
grootste verdienste ligt echter op het terrein van het magnetisme
en de electriciteit. In 1779 schreef de „Académie des Sciences"
een prijsvraag uit voor de beste manier om magneetnaalden te
vervaardigen. Coulomb moest in 1781 den prijs deelen met onzen
landgenoot Van Swinden. Bij die gelegenheid kwam hij er toe de
torsie te bestudeeren van draden, waaraan de naald opgehangen
wordt. De voortgezette studie van de wringing leidde tot een in
1784 gepubliceerde studie„Recherches théoriques et expéri-
mentales sur la force de torsion et sur l'élasticité des fils de métal".
Uit die studie ontstond zijn torsiebalans, die hem in staat heeft
gesteld de naar hem genoemde wet betreffende de magnetische en
electrische aantrekking en afstooting te vinden, een wet, die den
zelfden vorm heeft als de algemeene gravitatie-wet van Newton.
Op grond daarvan wordt Coulomb wel de vader der electrosta-
tica genoemd. Aan hem is het nl. te danken, dat de kwalitatief
reeds lang bekende electrische verschijnselen in kwantitatieven
vorm konden worden gegoten.
Van zijn later wetenschappelijk werk moet nog vermeld worden
een methode ter bepaling van de viscositeit (coëfficiënt van inwen
dige wrijving) van vloeistoffen (1802)
Bij het uitbreken der revolutie legde hij zijn ambt van „Intendant
général des eaux et fontaines de France" neer en vestigde zich met
den door zijn ballistische onderzoekingen bekenden artillerist
De Borda in de omgeving van Blois, omdat z.i. de nieuwe regeering
„n'avait pas besoin de savants". Hij verscheen pas weer in 1802
te Parijs, waar hem de functie van „Inspecteur général de l'Instruc-
tion publique" werd opgedragen. In 1804, kort voor zijn dood,
publiceerde hij nog een verhandeling over warmte-verschijnselen.
In 1787 werd Coulomb opgenomen in de oude „Académie des
Sciences", om in 1795 bij de oprichting van het „Institut" lid van
deze instelling te worden.
462