Lazare Nicolas Marguerite Carnot (1753 1823). Carnot is een typisch voorbeeld van een energiek en begaafd man, die zoowel in het practische leven als op het terrein der wetenschappelijke speculaties belangrijk werk heeft gepresteerd. Hij verlaat in 1773 de school te Mézières als sous-lieutenant du génie, „mais n'en continuera pas moins les études mathé- matiques". Als kapitein houdt Carnot in 1783 een door de Academie van Dijon bekroonde lezing over Vauban in tegenwoordigheid van den „prince de Condé" en een broer van Frederik den Grooten, die hem bij die gelegenheid een hoogen graad in het Pruisische leger aan biedt. Carnot was de eenige in het corps genieofficieren, die de denkbeelden van De Montalembert over fortificatie aanhing. (Diens werk „La fortification perpendiculaire" was in 1776 ver schenen) In hetzelfde jaar 1783 publiceert hij zijn „Essai sur les machines en général". Daarin toont hij o.m. de onmogelijkheid aan van het perpetuum mobile en kan daarom als een voorlooper van Robert Mayer, Helmholtz en zijn zoon Sadi Carnot beschouwd worden. In 1791 stort Carnot zich in de politiek en ondervindt daarvan de ups en downs. Nu eens is hij een gevierd man, dan weer moet hij de wijk nemen naar het buitenland om aan de guillotine te ontkomen. Hij wordt lid van de Wetgevende Vergadering en in 1792 van de Nationale Conventie. In die functies bemoeit hij zich voornamelijk met militaire aangelegenheden. Hij stemt ook voor het doodvonnis van den Koning, zij het met tegenzin; „ce „devoir" pesait sur son coeur". Als lid van het Comité du Salut public organiseert Carnot in 1793 op energieke wijze de verdediging tegen de Coalitie, welke Frankrijk bedreigt. Naar aanleiding daarvan wordt hem den eere- titel van „organisateur de La Victoire" toegekend. In die woelige jaren was de roem echter zeer vergankelijk. Weliswaar behoudt hij bij de instelling van het Directoire de leiding van de militaire zaken, maar al spoedig wordt hij verdacht van royalistische nei gingen en kan zich alleen door de vlucht naar het buitenland red den (1797). Ook wordt zijn naam geschrapt van de lijst van leden van het in 1795 opgerichte „Institut". Tijdens zijn verblijf in het buitenland houdt Carnot zich weer met wetenschappelijk werk bezig. In 1799 verschijnt van zijn hand: „Réflexions sur la métaphysique du calcul infinitésimal". In 1800 kan hij naar Frankrijk terugkeeren en heeft zijn herkiezing tot lid van het „Institut" plaats. Ook wordt hem weder eenige maan den de functie van Minister van Oorlog opgedragen. 1) Jacques Boyer „Histoire des Mathématiques" (blz. 197). 463

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 55