Al spoedig moet Carnot zich echter wederom uit het politieke leven terugtrekken, omdat hij zich tegen de uitroeping van Napo leon tot Keizer had verklaard. Dan publiceert hij zijn voornaam ste wetenschappelijke werken, „Geometrie de position" (1803) en „Essai sur la théorie des transversales" (1806)Hij heeft daarin de synthetische methode der Grieksche meetkunde, die na de in voering der analytische meetkunde van Fermat en Descartes op den achtergrond was geraakt, nieuw leven ingeblazen. Zijn doel was de meetkunde van het „hieroglyphenschrift der analyse" te bevrijden. Carnot bestudeert naast de metrische ook enkele affiene relaties, maar worstelt nog met het negatieve en imaginaire in de meetkunde. Die moeilijkheden zijn later door Poncelet en Mö- bius voorgoed uit den weg geruimd. Ook weet Carnot, de schep per van de „quadrilatère complet" (volledige vierzijde met 6 hoek punten en 3 diagonalen) en als zoodanig een voorlooper van de grondleggers der projectieve meetkunde, zich nog niet van den convexen zeshoek los te maken en bewijst daarom de stelling van Pascal erg omslachtig. 1) Carnot heeft een relatie opgesteld tusschen de segmenten, welke door een kegelsnede van de zijden van een driehoek afgesneden worden. Deze is in de vakliteratuur bekend als de stelling van Carnot. Kenmerkend voor zijn scherpen kijk op meetkundige kwes ties is een voor dien tijd belangrijke opmerking in de „Geométrie de position" (blz. 481), dat het bekende postulaat der evenwijdige lijnen (van Euclides) identisch is met het bestaan van gelijkvor mige figuren. 2) In den loop der jaren heeft Carnot zich blijkbaar met het kei zerschap van Napoleon verzoend. Althans in 1812 verschijnt van zijn hand een uitgebreid werk over duurzame versterkingskunst „De la défense des places fortes", „ouvrage composé par ordre de Sa Majesté Impériale et Royale pour l'instruction des élèves du corps du génie". Hierin karakteriseert hij de vestingbouwkunde, zooals die in de tweede helft der 18de eeuw door de school te Mézières onderwe zen werd, in de volgende scherpe bewoordingen „que ce ne fut plus l'art de défendre les places qui fut enseigné dans les écoles, mals celui de les rendre honorablement, après certaines formalités convenues (Discours prélimi naire, pag. XIV). Carnot verdedigt in dit werk opnieuw de denkbeelden van De Montalembert en hekelt diens bestrijders, die het niet konden verdragen, dat een man, die niet uit het wapen der genie was voortgekomen, zich met vestingbouwkundige kwesties bemoeide. 464 1) Hk. de Vries „Historische Studiën", blz. 28 30. Ontleend aan „Bonola (Liebmann) „Die nichteuklidische Geometrie" (blz. 47).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 56