Na terugkeer in Europa wordt hij „sous-directeur du génie" te Antwerpen en daarna te Straatsburg. Over zijn wetenschappelijken arbeid lezen we in het „Leerboek der Natuurkunde" van J. Bosscha (in de bewerking van R. Sissingh) IVe Boek 2e Stuk blz. 2 „Malus hield zich bezig met de beantwoording eener door de Fransche Academie van Wetenschappen gestelde prijsvraag (4 Jan. 1808): „Opstelling eener wiskundige en door de ervaring bevestigde theorie der dubbele breking, welke het licht bij den doorgang door verschillende kristallen ondergaat." Bij toeval nam hij op een avond door een kalkspaatkristal het licht waar, dat de vensterruiten van het tegenover zijn woning gelegen Palais du Luxembourg van de ondergaande zon terug kaatsten. Bij bepaalden stand van het kristal verdween één der beide beelden, die het kristal in den regel levert. De proeven werden des avonds met kaarslicht voortgezet, dat Malus door een wateroppervlak of een glazen spiegel liet terugkaatsen. Ook toen trad bij een bepaalden stand van het kristal slechts één beeld op Malus vond derhalve, dat een lichtstraal naar verschillende zijden onderscheidene eigenschappen vertoonde. Hij beschouwde onder den invloed der in dien tijd veel opzien barende electrische en electro-chemische verschijnselen deze zijden als de polen van een lichtstraal en voerde de termen „polarisatie en gepolariseerd" in, die sedert algemeen in gebruik zijn. Het bovenstaande verhaal der ontdekking is ontleend aan Arago „Notices biographiques" 1855. Tome Troisième, pag. 141 en volgende." Nadat Malus in de jaren 1807-1809 meerdere verhandelingen op optisch gebied heeft gepubliceerd, verschijnt in 1810 van zijn hand de „Théorie de la double réfraction". Daarin leidt hij o.a. uitdruk kingen af voor de lichtsterkten van de 4 stralenbundels, die in het algemeen ontstaan, wanneer men een lichtbundel twee gekruiste rhomboëders laat passeeren (proef van Huygens). Deze uitdruk kingen zijn bekend onder den naam van de wet van Malus. In hetzelfde jaar wordt hij als luitenant-kolonel „Académicien" als opvolger van Montgolfier. In het jaar daarna valt hem een Engelsche onderscheiding ten deel „La Société Royale de Londres lui décerna la médaille d'or fondée par Rumford choix d'autant plus remarquable qu'on était alors en 1811, c'est-adire au plus fort du blocus continentale. La savante Compagnie donnait done un bel exemple d'impartialité scientifique, bien digne d'etre plus souvent suivi." In het jaar van zijn vroegtijdigen dood (hij stierf in 1812 aan tering) wordt Malus nog benoemd tot „commandant en second et directeur des études" aan de Ecole Polytechnique en tevens tot lid van het „Comité des fortifications". (Wordt vervolgd). 466

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 58