dichter naar Olmütz toe, steeds den zwaren ondoordringbaren schedel vooruitaanvallen deed hij niet, zich laten aanvallen evenmin, maar wel zijn partijgangers en Pandoeren actiever dan ooit op FRIEDRICH's verbindingen laten ageeren. Olmütz werd goed verdedigd, zóó goed, dat FRIEDRICH's voorraden uitgeput raakten (te meer waar de eerste parallel te vroeg was geopend en daardoor de eerste 1200 schoten onnut werden verspild). En om dus het beleg te kunnen voortzetten moest een groot convooi met munitie en levensmiddelen uit Neisze binnenkomen. En Daun, die maar steeds pareert en beweegt, de March over trekt over 4 bruggen en weder teruggaat, een stelling inneemt ten ZO. van Olmütz (de Koning staat West van de vesting), een masker vormt, steeds den ruigen kop naar FRIEDRICH uit stekend, en onderwijl zijn werkelijke plan vermoffelend, dat is General Laudohn en Siskowitz, bekende partijgangers, met hun korpsen en 15000 man geregelde troepen op den weg naar Trop- pau brengen om het convooi op te vangen, en als FRIÈDRICH dan door de Moravische Poort terug marcheert, staat Daun op zijn flank klaar Ondanks Mosel's zeer krachtig en tactisch optreden en de opof fering van zijn geheele dekkingsafdeeling gelukte het hem niet om in het moeilijke defilee bij Domstadtl de dubbele overmacht te weerstaan en tevens de orde in zijn enorme convooi te be waren zoodat op 30 Juni slechts een klein deel der colonne zich doorslaat naar Olmütz doch de groote hoop in wanorde terug vliedt of vernield wordt. FRIEDRICH kreeg het bericht van de vernieling van zijn convooi op 1 Juli en nam nu het merkwaardigste besluit dat zich denken laat: Daun, en ieder met hem, dacht dat FRIEDRICH het beleg zou opheffen (wat inderdaad bij gebrek aan strijd middelen ook gebeurde) en zoo snel mogelijk naar zijn eigen land Silezië zou terugkeeren, door de Moravische Poort dus en Daun's stelling op den oostelijken March-oever was daarop be rekend. Maar de Koning deed niets van dat alhij brak het beleg op, ging niet rechtstreeks naar Silezië terug, maar gansch Bohemen door, waar hij Daun's sterkste steunpunt bij Königs- gratz nam en zich daar nestelde. Daun was zoo volslagen ébahi, dat hij een week lang vergat om te volgen en volstond met het doen zingen van talrijke Te 413 Om een indruk te geven van dit convooi mogen de volgende cijfers dienen: Het convooi stond onder commando van den Oberst Mosel, die 7000 man dekkingstroepen tot zijn beschikking had. Het convooi telde 3000 wagens met vierspannen, dus 12000 trek paarden (met reserve, onderhoud, verpleging, beslag)6000 burger geleiders, 1500 volgelingen (mannen en vrouwen met karretjes, ezel wagens, en wat niet al)het geheel met een marschlengte van 30 km.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 5