Zoowel het doel als de schutter bewegen zich zeer snel: een jachtvliegtuig in duikvlucht kan b.v. 160 m.p. sec. bereiken; voor de horizontale vlucht varieert de snelheid van 50 tot 100 m.p. sec. Deze snelheden van het doel en van den schutter veranderen snel in drie dimensies; zij zijn zeer moeilijk nauwkeurig te waardeeren. De vuurcorrecties zijn daarom eveneens zeer moeilijk vast te stellen. Het vuur in de lucht zal dus onvermijdelijk vluchtig en slecht gericht zijn. Om hier eenigszins aan tegemoet te komen, moeten de vuurwapens een groote vuursnelheid bezitten (om een zoo groot mogelijke vuur dichtheid te verkrijgen) en een groote aanvangs- snelheid hebben (om de vluchttijd zoo kort mogelijk te maken), terwijl elk schot een zoo groot mogelijke uitwerking moet hebben, zoodat elke treffer een zoo groot mogelijk rendement heeft. Verder moeten de richtmiddelen eenvoudig zijn, het snel en juist aan brengen van de vuurcorrecties mogelijk maken en een zoo gering mogelijk weerstandbiedend oppervlak hebben. Helaas zijn echter de vuurwapens bij den snellen vooruitgang in de vliegtuigindustrie achtergebleven. De vuursnelheid en de aan- vangssnelheid zijn heel wat minder vergroot dan de vliegtuigsnel heid. Om dezelfde verhouding te bereiken als bij het eind van den oorlog zouden de aanvangssnelheid en de vuursnelheid 2 a 4 maal vergroot moeten worden, afhankelijk van het feit of men de vaste dan wel de beweegbare mitrailleurs beschouwt. Momenteel is de aanvangssnelheid hoogstens 1000 m.p. sec. en de vuursnelheid niet meer dan" 900 schoten per minuut. Is het verhoogen van de vuursnelheid niet mogelijk, dan zullen meer mitrailleurs gebruikt moeten worden, die tegelijk op hetzelfde doel kunnen vuren. Voor het verhoogen van de aanvangssnelheid zullen de wapens zwaar der moeten worden, wat vooral voor de beweegbare mitrailleurs een groot bezwaar is, omdat deze moeilijker te hanteeren zullen zijn. Het vergrooten van de uitwerking van het enkele schot wordt verkregen door de vergrooting van het kaliber en van de aanvangs snelheid en door het gebruik van explosieve- en brandmunitie. Dit zal zooveel te meer noodzakelijk worden, indien de vliegtuigen grooter worden en de metaalconstructie meer algemeen in gebruik komt. Een groot vliegtuig zal verscheidene treffers van 7 mm. zonder eenig bezwaar kunnen verdragen, terwijl 1 of 2 treffers van 2 a 3 cm. explosieve munitie het zonder eenige twijfel zullen dwingen zijn opdracht af te breken, op welk punt het ook ge troffen mag zijn. In de Royal Air Force Quarterly van Jan. 1934 klaagt ook G. F. D. over de geringe verbetering van de vliegtuigmitrailleurs. De meeste in gebruik zijnde mitrailleurs zijn wapens voor de grondtroepen geweest, welke voor het gebruik op de vliegtuigen eenige geringe wijzigingen hebben ondergaan. Practisch is nu 469

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 61