stoot opvangt zonder dat het wapen daardoor uit de richting ge raakt. Hoe minder stabiel het vliegtuig ten opzichte van zijn koers is (b.v. in de duik)en hoe nauwer de bundel, des te korter zal de afstand zijn, waarop de jachtvlieger het vuur kan openen. Met twee lichte mitrailleurs op zeer stugge affuiten zal de meest gunstige vuurafstand liggen tusschen de 150 en 50 m. Om meer rendement te verkrijgen van het vuur op groote afstanden moet óf het vliegtuig een grootere stabiliteit tijdens de duik verkrijgen (wat bij de tegenwoordige groote duiksnelheden zeer moeilijk is), óf de aanvangssnelheid van de wapens moet verhoogd worden tegelijk met een vermeerdering van het aantal wapens. De spreiding moet op den gewenschten schootsafstand een bepaalde waarde hebben, zoodat de bundel een doorsnede en een dichtheid heeft welke verband houdt met dezen afstand en met de vuursnelheid. Wanneer het wapen op een beweegbare affuit (b.v. mitrail- leurring) is gemonteerd zal de terugstoot van elk schot, welke slecht wordt opgevangen, voortdurend de richting van het wapen wijzigen, wat des te meer invloed zal hebben, naarmate de aan vangssnelheid grooter is; bovendien is de druk, welke door de luchtstrooming op deze wapens wordt uitgeoefend zeer moeilijk op te heffen ondanks de compensatieinrichtingen, die hiervoor geconstrueerd zijn. Het zal dus voor den schutter zeer moeilijk zijn om zijn wapen juist te richten en gericht te houden, hetgeen de juistheid van het vuur nadeelig zal beïnvloeden. Ten slotte zal een licht vliegtuig tijdens het gevecht vele en snelle bewegingen maken; hoe meer maniabel het vliegtuig is, des te meer last zal de schutter ondervinden van krachtige en plotselinge bewegingen; als er geen stevige verbinding tusschen den schutter en zijn wapen bestaat, zullen deze bewegingen zeer groote moeilijkheden bij het richten veroorzaken. Bij de constructie van affuiten voor de beweegbare mitrail leurs zal men er dus naar moeten streven een hechte verbinding te verkrijgen tusschen de schutter en zijn wapen, zoodat de iner- tiekrachten geen invloed hebben op de juistheid van het vuur, en verder een afscherming tegen de windinvloeden. Bovendien moe ten de affuiten voldoende stug zijn en voorzien van doelmatige .compensatieinrichtingen om zonder bezwaar de door het schieten 'ontstane krachten op te nemen. Ten slotte, om aan de weinige juistheid van het vuur bij deze opstelling van de wapens tegemoet te komen, zal het noodig zijn de vuurdichtheid en de aanvangs snelheid tot een maximum op te voeren. Om de twee- en meerzitters van heden dezelfde kans op succes te geven als die van 1918 hadden, zou men de aanvangssnelheid en de vuursnelheid minstens moeten verdrievoudigen (of instede-van het verhoogen van de vuursnelheid het aantal wapens overeen komstig vermeerderen). 471

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 63