619 houden van 1 der 4 compagnieën van het bataljon bleek daartoe onvoldoende. Onvoldoende geoefendheid in de veldversterkingskunst. Onvoldoende beveili ging en verkenning door de infanterie. Bij de eerste gevechten reeds dadelijk veel „Drückeberger"; een sterke aanvoerdersreserve met veel officieren in handen van bataljons- en regimentscommandanten zou noodig geweest zijn. Bij verplaatsingen in voetmarsch liet men aan den staart der compagnie een groep energieke onderofficieren marcheeren; het gedrag tijdens rusten moest geor ganiseerd worden: het gelid verlaten uitsluitend bij begin van de rust, daar anders talrijke lieden achterbleven bij plotselinge voortzetting van den marsch. Onder „Aus der Truppe für die Trupp?" een tabellarisch ingerichte notitie van een „Feuerplan der M. G. Kompanie in der Verteidigung" Revue d'Infanterie, December 1934. „Travail technique de mitrailleuses" door capitaine de réserve Flouquet, „Flanquements et grands fronts: reflexions au sujet de deux articles parues dans la Revue d'Infanterie" door X. „Note sur le tir de flanquement" door chef de bataïllon du Génie Metz. Een serie belangwekkende artikelen aan gaande het gebruik van mitrailleurs. Het eerste: toepassing in een bepaald geval van eenvoudige berekeningen omtrent uitvoerbaarheid van opgedragen vuren, met in rekening brengen van eenige correcties voor daginvloeden. Het tweede, aansluitende op vroeger in hetzelfde tijdschrift verschenen studiën (I.M.T. 1934, blz. 1221)werkt een der daar gegeven gevallen op andere wijze uit. Het laatste artikel bespreekt vluchtig het zoo juist aangehaalde, om zich daarna principieel te richten tegen het artikel van chef d'escadron d'artil- lerie Trébous in het Sept. nr. (I.M.T. 1935, blz. 121), waar deze als het ware schoorvoetend op grond van zijn berekeningen voorkeur doet blijken voor frontaal mitr. vuur in de verdediging. Schr. toont aan, dat zonder moreele factoren in aanmerking te nemen flankeerend vuur schiettechnisch immer de voorkeur verdient, indien het gecombineerd kan worden met een hindernis (doorschrijdingstijd wordt vergroot), indien de vijandelijke uitgangsstelling zeer dichtbij ligt (normaal in den stellingoorlog), en voorts in al die gevallen, waarin het aantal automatische wapens niet groot is. Revue d'Artillerie, December 1934. „Renseignements divers. Italië. Batteries d''accompagnement"De sectie infanterie-geschut (3 X 65 mm L/17) van het regiment infanterie zal in de toekomst worden omgezet in een batterij moderner geschut bediend door artilleriepersoneel. Elk regiment krijgt organiek een dergelijke batterij. v.D. Artillerie. De rubriek „Aus der militarischen Fachpresse" van het Mil. Wochenblatt van 25 Jan. 1935 No. 28 bevat eene bespreking van een artikel over „Neue Notwendigkeiten der Div. Artillerie" van Biondi Morra in de Rivista d'Arti- gleria e Genio van Nov. 1934. Het moderne gevecht der inf. eischt geheel nieuwe taken voor de art. Aan den eenen kant wordt de art. ontlast doordat mijnenwerpers en inf. geschut ten deele voormalige art. taken overnemen, aan den anderen kant zijn er echter nieuwe taken bijgekomen, zooals de vechtwagenstrijd, de vechtwagenafweer en verder de luchtbescherming, die de hoogste eischen stellen aan de art. en vóór alles bewegelijkheid van het vuur en onberispelijke, verbeterde verbindingen vereischen. Over de samen werking met vechtwagens wordt gezegd vechtwagens kunnen de art. voor bereiding verkorten, doch het niet stellen zonder de ondersteuning van de art. Deze heeft daarbij tot taak de vijandelijke waarneming te veronzijdigen, de tankafweerwapens te bestrijden, de aanval der vechtwagens op de flanken

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 101