621
aanvaller kan dus veel zwakker zijn dan in den wereldoorlog. Doch om den
snel voortschrijdenden aanval te kunnen volgen moet de art. zeer bewegelijk
zijn, waarvoor mechanische voortbeweging noodig is. Ook de art. van den
verdediger moet eene groote bewegelijkheid bezitten. „Der Masseneinsatz
musz aufhören; er ist viel zu langsam und schwerfallig. Kleine Artillerie -
gruppen, energisch und mit raschem Entschlusse ohne viel Befehlen geführt,
werden mehr oder weniger selbsttatig zu kampten haben, es handle sich
um Angriff oder Abwehr".
„Es wird entscheidend sein fiir die Zukunft der Artillerie als Waffe, wie
es ihr gelingt, sich taktisch und technisch auf ihre neuen Aufgaben, auf die
Beweglichkeit, umzustellen."
Aan het levendig en duidelijk betoog kan een zekere mate van realiteit
niet worden ontzegd, doch aan het slot verliest S. zich eenigszins in fanta
sieën over de „Tankschlacht".
„Es könnte leicht sein, dasz im Zukunft nicht mehr das Zerstörungsfeuer
gegen Graben eine Hauptaufgabe der Divisionsartillerie ist, sondern rasche
Wirkung gegen Panzergeschwader und Flugzeugstaffeln. Damit erhielte die
leichte Feldkanone wieder erhöhte Wichtigkeit, die sich dann allerdings in
ihrem Aufbau zum Flak umstellen müszte. Es ware nicht unbedingt nötig,
diesem Geschütze jede Wirkungsmöglichkeit hinter Gelandewellen zu neh-
men; ein besonders schweres Geschosz, mit niedriger Geschwindigkeit ver-
schossen, könnte vorgesehen werden." (Houw. vuur tegen tanks en vlieg
tuigen
Captain Shannon van het U. S. Marine Corps beschrijft in een overzich
telijk artikel in The Field Artillery Journal van Nov.-Dec. 1934 het gebruik
van de art. bij landingen (Artillery in landing operations).
Na eenige algemeene beschouwingen, waarin de veelomvattende voor
bereidingen voor eene landing in het licht worden gesteld, en een kort
overzicht over kustverdediging, komt S. tot de ondersteuning door het
marinegeschut. De oorzaken van de geringe uitwerking van dit vuur worden
opgesomd vlakke baan, hoeveelheid en soort der scheepsmunitie, niet ge-
eigende vuurleiding, beweging van het schip. Men is daarom aangewezen
op het vuur met directe richting op korte afstanden van de z.g. „accompan
ying ships". Voor vuur op grooter afstand en op doelen, die uit zee niet
zichtbaar zijn, is luchtwaarneming noodig. Vervolgens geeft S. eene korte
opsomming van de normale taak van leger, vloot en mariniers bij de landing
om te komen tot een overzicht van de maatregelen, vnl. met betrekking tot
het mede te voeren mobiel art. materieel.
De noodzakelijke decentralisatie in de bevelvoering bij landingen maakt
het noodig om aan elk bataljon eene batterij licht geschut toe te voegen.
Paardentractie dient te worden vermeden. Geschikt is het bergkanon, dat
daarom bij het Amerikaansche Marine Corps als landingsgeschut is inge
deeld met motortractie. Ook voor munitieaanvulling heeft men gemotori
seerde voertuigen, geschikt voor alle terreinen. Voor contra-art. is de 10,5 cm
veldhouw. geschikt, ofschoon ook 15 cm. houw. niet ontbeerd kan worden.
S. refereert hierbij naar ondervindingen der Engelschen bij Gallipoli. Ook
brengt hij naar aanleiding van de daar opgedane practijk ter sprake, dat de
uiterste zorg dient te worden besteed aan den munitie-opvoer. Het is her
haaldelijk voorgekomen, dat men munitie kreeg, die onbruikbaar was voor
het ter plaatse aanwezige geschut.
De steun van het scheepgeschut wordt bepaald nadat de A. B. op advies
van zijn Art. cdt. opgegeven heeft, welke steun hij noodig acht (doelen, om
vang en aard van het vuur op elk doel, tijdtabel voor verschillende vuren,
regeling voor den aanvraag van bijzondere vuren). De vlootcdt. maakt naar
aanleiding daarvan een artillerieplan op voor de „support group". In verband
hiermede wordt door den A. B. in overleg met den Vlootcdt. het landings
bevel gemaakt.