Is de film eenmaal gereed, dan zal zij ter goedkeuring moeten
worden aangeboden aan de legerleiding. Het doel van deze keuring
is om na te gaan of de inhoud van de film in overeenstemming
is met de reglementen en voorschriften. Na goedkeuring vormt de
film, evenals een voorschrift of een reglement, een officieel docu
ment. Voor zooverre zij een toepassing van reglementen of voor
schriften illustreert, moet deze illustratie dus niet worden be
schouwd als een persoonlijke interpretatie van de samenstellers,
doch als een weergave van de opvattingen van het legerbestuur.
We hebben gemeend de beginselen betreffende het totstandko
men van een instructiefilm even ter sprake te moeten brengen,
omdat deze te samen met de twee reeds behandelde vraagpunten
het nuttig gebruik van dit nieuwe hulpmiddel geheel beheerschen.
Wat moet men filmen? Hoe moet de film vertoond worden?
Hoe komt de film tot stand? Ziedaar de vraagpunten waar het
om gaat. Bij de oplossing van elk dezer vraagpunten speelt de
instructeur de belangrijkste rol. Onze taak in vredestijd ligt inder
daad voor negentig procent op het gebied van de instructie. Waren
wij allen geboren instructeurs, dan zou het gebruik van hulp
middelen vrijwel overbodig zijn. Maar hetzij door gebrek aan
aanleg, hetzij door gebrek aan routine zijn we dit helaas niet allen.
Het is de film, die de mogelijkheid opent de kennis en ervaring
van de heste instructeurs en deskundigen, waarover het leger op
verschillend gebied beschikt, ten dienste te stellen van het geheele
leger. Het is de film, die niet alleen het te kort aan ervaring van
den minder bedreven instructeur aanvult, doch die tevens in
structeurs kweekt. Immers, zooals we allen weten, ligt de moeilijk
heid van de instructie niet in wat we moeten leeren, doch hoe
we dit moeten doen. Een goede instructiefilm nu leert ons dit
laatstezij vestigt onze aandacht voortdurend op dit moeilijke
vraagstuk, zoodat bewust of onbewust de in de films verwerkte
methode van instructie ook bij het onderricht van niet verfilmde
onderwerpen zullen worden toegepast.
IV. De Militaire Instructiefilm in het Nederlandsche leger.
Als resultaat van een in 1927 in het leven geroepen commissie
ter bestudeering van het gebruik van films bij de opleiding in
het leger, werd in 1928 een permanente filmcommissie ingesteld,
die een bedrag van een paar duizend gulden ter beschikking kreeg
voor het maken van enkele proeffilms. Evenals het buitenland
koos de filmcommissie als het formaat der aan te maken films
de standaardmaat, de normaalfilm. Een zestal jaren geleden be
schouwde men de smalfilm nog als een liefhebberij voor goed
voorziene beurzen; door haar onvolkomenheid in opname en
in projectie kwam de smalfilm voor serieuse doeleinden niet in
537