aanmerking. De filmcommissie gaf evenwel haar voorkeur te ken
nen voor het weinig brandbrare filmprocédé, de non-flamfilm.
De instructieve waarde van de eerste proeffilms (Eerbewijzen)
Uniformen, Handgranaten, Postduiven, Berichthonden)vervaar
digd door de filmcommissie onder de weinig deskundige leiding
van een door het Departement van Defensie aangewezen cinéast,
was zeer gering. Gaandeweg is echter het gehalte der films beter
geworden, zoowel uit een instructief als uit een filmtechnisch
oogpunt. De thans aanwezige instructiefilms van het Nederland-
sche leger zijn opgenomen in bijlage III. De proeffilms buiten be
schouwing gelaten, zijn de films in hoofdzaak organisatiefilms.
Na het gereed komen van de eerste proeffilms werd begonnen
met de inrichting van een tweetal garnizoensfilmzalen, nl. te
BREDA en UTRECHT (1931). De inrichting dezer zalen voldeed
geheel aan de eischen, welke aan een goede schoolbioscoop kunnen
worden gesteld. In de filmzaal te BREDA x) bevinden zich een
uitstekende Zeiss-Ikonprojector met practische bedieningsmoge
lijkheden en een goede epidiascoop, opgesteld op een handig inge
richte projectietafel. Nog dient te worden vermeld, dat de pro
jectie van films plaats vindt van een brandvrije cabine uit, zulks
om eventueel ook brandgevaarlijke films te kunnen vertoonen. Het
lag in de bedoeling van de commissie om gaandeweg elk garnizoen
van een dergelijke filmzaal te voorzien.
De door de filmcommissie vervaardigde films hebben zich blijk
baar niet mogen verheugen in de algemeene waardeering van
de Nederlandsche Legerautoriteiten. Althans werd in 1932 van
hoogerhand bepaald, dat de instructiefilms niet mochten worden
gebruikt voor de opleiding aan de dienstplichtigen, zoodat het
gebruik beperkt bleef tot de officiersopleiding aan de Koninklijke
Militaire Academie, de scholen voor reserveofficieren en eventueel
bij den troep voor vertooning aan officieren en kader. Van de
films bestaan geen duplicaten. Omtrent de wijze van vertooning
zijn van hoogerhand geen aanwijzingen gegeven.
De origineele films zijn opgelegd bij de fototechnische afdeeling
van de luchtvaartafdeeling te Soesterberg. Zij kunnen voor ver
tooning in de garnizoenen, waar een filmzaal is, door den be
trokken commandant voor beperkten tijd worden opgevraaagd.
Naar we vernamen wordt van deze gelegenheid zeer weinig
gebruik gemaakt.
Wegens bezuiniging op de legeruitgaven is het toegestane be
drag voor het vervaardigen van nieuwe films de laatste jaren
zeer gering. Aan een uitbreiding van het aantal filmzalen kan
niet worden gedacht en de filmdienst in Nederland bevindt zich
op het oogenblik op een dood punt.
538
b Voor zooverre ons bekend is de inrichting van de filmzaal te UTRECHT
evenzoo.