Ziehier in het kort de feiten. Met alle waardeering voor hetgeen
hier in enkele jaren tijds gepresteerd is, kunnen wij weinig be
wondering hebben voor de wijze waarop dit nieuwe hulpmiddel
is ingeleid.
In 1928 toch, het jaar waarin de Nederlandsche Filmcommissie
haar arbeid begon, werden de ideeën betreffende het gebruik van
dit nieuwe hulpmiddel, welke op de vorige bladzijden sub. III
werden uiteengezet, in het buitenland algemeen als de juiste
erkend. Deze beginselen nu zijn door de Nederlandsche filmcom
missie alle min of meer veronachtzaamd
1. Elk troepenonderdeel moet de beschikking hebben over een
lokaliteit ingericht voor projectie.
Instede van hiermee een begin te maken werden twee groote
garnizoensplaatsen voorzien van een garnizoensfilmzaal.
2. De wijze van vertooning speelt bij het gebruik van dit nieuwe
hulpmiddel een zeer belangrijke rol.
Op deze kwestie is nimmer de aandacht gevestigd in den vorm
van een rondschrijven, in den vorm van aanwijzingen of
hoe dan ook. Het gevolg is, dat bij de vertooning de films
zonder meer zijn afgedraaid. Zijn wij goed ingelicht, dan is
door de filmcommissie bij een deel der films een handleiding
samengesteld.1) Deze handleidingen worden echter niet aan
de commandanten, welke de films ter vertooning opvragen,
ter beschikking gesteld.
3. Een instructiefïlm dient een nauwkeurig omschreven doel na
te streven, nl. het bijbrengen van een bepaalde kennis aan een
bepaalde categorie van personen.
De bestemming der Nederlandsche instructiefilms komt noch
in de samenstelling, noch op andere wijze tot uiting. De films
zijn te algemeen gehouden, wat natuurlijk wel het voordeel
heeft dat ze voor verschillende doeleinden bruikbaar zijn,
waar tegenover het nadeel staat, dat zij noch passend zijn
voor de recrutenopleiding, noch voor de Officiersopleiding.
Voor het gebruik ten behoeve van het onderwijs aan de Ko
ninklijke Militaire Academie trad nog het bezwaar naar voren,
dat de filmzaal te Breda gelegen was op een afstand van 15 minu
ten gaans van het Academiegebouw, zoodat de vertooning van
films steeds gepaard ging met tijdverlies en de noodige wijzigingen
in het lesrooster.
De hierboven vermelde omstandigheden, welke alle min of meer
een juiste toepassing van het gebruik van films bij het onder-
539
0) Deze handleidingen, waarin men vermeld vindt wat achtereenvolgens
op het doek zal worden vertoond, zijn voor den instructeur, die de film moet
toelichten, vrijwel onmisbaar.