een zeer nadeeligen invloed hebben op de ligging van het spring-
punt, daar nu eens de band op 5 meter, dan weer op 12 meter
afstand van den werper los komt.
Voorts biedt het tijdsysteem altijd het gevaar, dat de tijdsas
zoogenaamd doorslaat, waardoor onmiddellijk een springer wordt
verkregen.
Welke nu de redenen zijn, die men gehad heeft nochtans niet
geheel met de tijdsconstructie's te breken, daarover kan men,
wanneer de literatuur er op wordt nageslagen, gemakkelijk
antwoord geven. Schokconstructie's zijn nl. in oorlogstijd betrek
kelijk moeilijk aan te maken. Een geforceerde aanmaak in
oorlogstijd geeft, althans bij de meeste constructie's, veel kans
op verkeerde montage, waardoor bij het gebruik ongelukken kun
nen ontstaan. Als men bedenkt, dat men in Frankrijk genoegen
nam met tijdhandgranaten, waarvan 5% weigerden, dan behoeft
het niet onder woorden te worden gebracht wat van een schok-
constructie, onder dezelfde omstandigheden gefabriceerd, kan wor
den verwacht. Daarbij komt dan nog, dat bij schokhandgranaten tot
nog toe altijd nog min of meer massieve metalen deelen werden
toegepast, hetgeen in strijd is met den eisch van scherf loosheid
van de offensieve handgranaten. Dit laatste vraagstuk werd eerst
afdoende opgelost bij onze offensieve handgranaat, bij welke die
massieve deelen van de springstof zelf gemaakt zijn en waardoor
dus scherfwerking daarvan niet behoeft te worden gevreesd,
terwijl toch door de groote uitvoering dezer organen, ondanks
het kleine S. G., voldoende slagkracht voor het hoedje wordt
ontwikkeld.
Verder kleeft aan de schokbuis nog het nadeel, dat een onge-
sprongen projectiel gevaarlijk blijft en bij de minste aanraking
geacht kan worden te kunnen ontploffen. Hoewel in het algemeen
een schokbuis, die de schok bij het treffen heeft kunnen doorstaan
zonder te werken veelal ook wel tegen een tweede stootje kan,
moet men er toch ten allen tijde op bedacht zijn, dat een onge-
sprongen projectiel gevaarlijk kan zijn, daar er wel eens bijzondere
omstandigheden kunnen zijn, die het projectiel deden weigeren
en die na het treffen werden opgeheven.
Zonder nader in te gaan op de theorie van het ontstaan van
weigeringen, zal men inzien, dat de uiterste zorg en vooral ook
onderhoud van deze munitiesoort, speciaal wat betreft den deto
nator, dit euvel tot een minimum kunnen en moeten beperken.
Het- spreekt wel vanzelf, dat een en ander de volle aandacht
heeft van de betrokken autoriteiten.
Voorts zal het noodig' zijn, dat de gebruiker een inzicht krijgt
omtrent de soort terreinen waar meer weigeringen kunnen worden
verwacht dan elders. In het algemeen zal een hooge grasbegroeiïng
het optreden van weigeringen bevorderen. Tot het zooveel
voorkomen dezer weigeringen beoefene men vooral den „hoogen"
558