blijft evenwel bestaan. Voor het bestrijden van vechtwagens is een defensieve handgranaat, zoo niet een zeer groote springlading wordt gebruikt, geen geëigend wapen. Wellicht zou onze offensieve handgranaat hier beter werk kunnen doen, vooral door haar on middellijke detonatie bij contact met den wagen. Naar het oordeel van schrijver is het zeker niet uitgesloten om van onze offensieve handgranaat door het plaatsen van een geseg menteerde metalen ring een waardevolle defensieve handgranaat te maken. b. Met het oog op het zeer plaatselijke van de uitwerking der offensieve handgranaten, zoowel in materieelen als moreelen zin, is het noodzakelijk, dat de manschappen worden getraind in het zuiver werpen, en dat de verre worpen, die zich vrijwel alle ken merken door hun onzuiverheid, pas daarna worden beoefend. Het V.H.I. bevat een zinsnede, waaruit een verkeerd begrip zou kunnen ontstaan. In punt 23 toch staat vermeld, dat bij de eerste oefeningen „wordt geworpen in staande houding op het vrije veld, zonder te letten op de nauwkeurige richting van den worp. Het komt er dan slechts op aan de granaat zoo ver mogelijk te werpen. Vervolgens moet getracht worden grooter juistheid van den worp te bereiken" Het lijkt beter in overeenstemming met de eigen schappen van een offensieve handgranaat in dezen te handelen zooals het Hollandsche voorschrift terzake luidt. In punt 40 van het V. Handgr. uitgave 1932 wordt hiervan nl. het volgende ge zegd: „Eerst worden de worpen in staande houding onderwezen, daarna die in knielende en liggende houding. Is de juiste vorm geleerd, dan wordt het werpen naar vooraf bepaalde doelen (juist werpen) beoefend, het ver werpen, het juist-ver werpen en het snel werpen volgen daarna". Ik zou hieraan nog willen toevoegen, dat, zoo ongedekte doelen worden bevuurd, men zoo veel mogelijk zorge, dat de handgra naten tot eenige meters min vallen. Zooals n.l. reeds werd opge merkt moet op goede gronden van een plus vallende offensieve handgranaat minder effect worden verwacht of zelfs onder sommi ge omstandigheden negatief effect. Wellicht is dit een onderwerp dat de moeite waard is eens in tactischen geest te bespreken. c. Voorts zou schrijver, speciaal met het oog op de door de na tuur der offensieve handgranaten zelf geboden zuiverheid in het werpen, willen adviseeren den steenworp weer in eere te her- 560 In dit verband is wel vermeldenswaard, dat ik eens een oefening heb bijgewoond, waarbij onderofficieren scherpe handgranaten op een op 15 meter afstand geplaatst doel zouden werpen. De meeste handgranaten vielen evenwel op den afstand waarop men het werpen nu eenmaal had geleerd, nl. op 25 tot 30 meter.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 42