Hij heeft, toen aanraking werd verkregen, zijn fout hersteld en
is weer naar het rechtergelid teruggegaan.
Blijkens het vermelde in de 17e en 18e regel van boven op blz.
160 van het I. M. T. 1935 No. 1 ging het licht van de center van
Kapitein Haga op het oogenblik, dat hij „pasang" commandeerde,
uit en even later weer aan, terwijl men uit de 5e en 6e regel van
beneden op blz. 299 van het I. M. T. 1935 No. 3 kan lezen, dat de
lampoe center van den patrouillecommandant een onzeker, en nu
■en dan opflikkerend licht gaf.
Naar aanleiding hiervan wordt het door mij zoo goed als zeker
geacht, dat de lampoe center van Kapitein Haga niet geheel in
orde was.
Ware zulks wel het geval geweest, dan zou deze over practische
ervaring beschikkende patrouillecommandant zeer zeker het licht
van zijn lampoe center niet hebben gedoofd, toen hij met het ont
steken daarvan de bende bescheen en daarop het commando „pa
sang" gaf. Hij zou ook zeker den op de brigade instormenden
Atjeher steeds hebben belicht, waardoor deze laatste dan vermoe
delijk al eerder door het vuur van de spits zou zijn gesneuveld.
De militairen van de brigade zouden dan steeds geweten hebben
waar Kapitein Haga zich bevond, waardoor verwonding door eigen
vuur niet zou zijn voorgekomen. Het wil mij dan ook voorkomen,
dat het niet in orde zijn van de electrische lantaarn van Kapitein
Haga als hoofdoorzaak van het noodlottig ongeval moet worden
beschouwd.
III. ad Vuren of (en) gebruik van klewang bij nachtelijke
patrouilles.
A. In het onderwerpelijke geval (nachtelijke ontmoeting) van
de patrouille Haga lijkt het mij zoo goed als uitgesloten, om de
bende, die aan den kant van den grooten weg zat te wachten, on
opgemerkt zoo dicht te naderen, dat een aanval van onzen kant
met de klewang succes zou beloven zulk een aanval toch moet
om succes te waarborgen worden voorafgegaan door een insluiting
welke bezijden den weg plaats zal moeten vinden en iedereen,
die zulks des nachts wel eens geprobeerd heeft, weet ook dat on
tijdige ontdekking daarvan het gevolg moet zijn, omdat een
geruischlooze insluiting in het terrein buiten de wegen of paden
en vooral tegenover het geoefend oor van den Atjeher onmogelijk
is; een overval met vuur, met insluiting der bende op eenigen
afstand, levert groote kans op door eigen vuur getroffen te worden.
Hier was de door Kapitein Haga genomen beslissing om de bende
middels vuur verliezen toe te brengen de eenig juiste oplossing, zij
het dan ook, dat ik de brigade dwars over den weg opgesteld zou
hebben om zooveel mogelijk karabijnen aan het vuren te laten
deelnemen.
Indien de patrouillecommandant b.v. twee brigades onder zijn
569