bevelen zou hebben gehad, zou één der brigades middels een. groote omtrekkende beweging langs het strand buiten het vuur- bereik opgesteld kunnen worden om vluchtenden op te vangen. B. Naar aanleiding van hetgeen onder dit Hoofdstuk op blz. 301 vanaf de 10e regel van boven en op blz. 302 tot de 6e regel van. beneden is vermeld, moge ik het volgende opmerken. 1. De Atjehofficieren zijn het er allen over eens, dat bij het optreden tegen verzetslieden zoo mogelijk eerst van de karabijn als vuurwapen gebruik dient te worden gemaakt en daarna van de klewang. Toch is er in Atjeh ook een periode geweest, waarbij als regel eerst het gebruik van de klewang werd bevolen, n.l. ten tijde van de oprichting van het korps Maréchaussée in Atjeh. Hiervoor zijn redenen geweest: de soldaat achtte zich toen in het gebruik van de- klewang minderwaardig aan den Atjeher. Het werd toen natuurlijk, noodig om aan te toonen, dat zulks niet het geval was en om dit te demonstreeren werd onder leiding van beproefd dappere offi cieren en kader bijna uitsluitend met de klewang gewerkt. Thans zijn wij echter overtuigd, dat wij in onze klewang een schitterend houw- en (zoo noodig) steekwapen hebben, in het gebruik waarvan wij door een goede oefening (gevechts- en sport- schermen) superieur moeten worden geacht aan den doorsnee- djahat. Het gebruik van de karabijn als vuurwapen in de eerste plaats dient om onze superioriteit nog meer te stimuleeren, terwijl bewe zen is, dat het moreel van een verzetspartij, indien van onzen kant geschoten wordt, belangrijk daalt, ja zelfs menige aanval met het blanke wapen niet tot uiting kwam. Ook bij nachtelijke onderne mingen moet de karabijn geladen zijn, ja zelfs in de patrouille- bi vaks. 2. T.a.v. nachtelijke ondernemingen verschillen de Gep. Kolo nel Snell en de Gep. Generaal-Majoor-tit. Behrens in wezen niet van inzicht; ik heb gemeend zulks te mogen zeggen, aangezien ik de eer had onder genoemde officieren in Atjeh .te dienen en. geacht kan worden van hunne opvattingen hieromtrent op de- hoogte te zijn. Wat toch is het geval? Laat ik maar dadelijk aangeven, hoe onze opvattingen in wezen over nachtelijke ondernemingen zijn. In verzetsgebied wordt onder normale omstandigheden d.i. met het moreel aan onzen kant en beschikkende over tegen een- inheemsche verzetspartij goed geoefende troepen 's nachts door onze troepen geageerd: a. door hinderlagen uit te leggen, b. door uit te rukken, indien er bericht is, dat een bende ziek ergens voor korteren of langeren tijd ophoudt en dus tijdelijk niet in beweging is (is er daarentegen bericht, dat een bende zich 's- nachts beweegt, dan zou men kunnen uitrukken om een hinder- 570

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 52