6. HET AANDEEL VAN ENKELE ARTILLERIE- EN
GENIEOFFICIEREN IN DEN VOORUITGANG
DER EXACTE WETENSCHAPPEN
door
Dr. U. H. VAN WIJK,
Reserve 1ste Luitenant der Genie.
(Vervolg; Zie I. M. T. 1935, No. 4).
Frangois Pierre Charles Dupin. (1784 1873)
Dupin komt in 1801 op de Ecole Polytechnique en verlaat deze
in 1803, „admis aussitöt dans le génie maritime". Toen stond intus-
schen al een wetenschappelijke ontdekking op zijn naam. Bij de
bestudeering van het probleem een bol te construeeren, rakende
aan vier gegeven bollen, ontdekte de jeugdige polytechnicien een
klasse van oppervlakken, welke nog door niemand bestudeerd
waren en thans bekend zijn als de cycliden van Dupin. Het zijn
de omhullende oppervlakken van het systeem van bollen, die aan
drie gegeven bollen raken. (Men kan ze ook anders definieeren)
Zijn eerste publicatie verscheen in 1801 in de „Correspondence de
l'Ecole Polytechnique".
Na te Boulogne, Antwerpen, Genua en in Holland bij de „com
pagnies d'ouvriers militaires" gewerkt te hebben, wordt hij in
1807 overgeplaatst naar de bezetting van Corfoe, waar hem de
uitvoering der havenwerken wordt opgedragen. Gedurende de
vijf jaren van zijn verblijf aldaar doet Dupin een tweede ontdek
king op het gebied der differentiaalmeetkunde, die hem tot één
der eerste wiskundigen van zijn tijd stempelt; hij vindt de naar
hem genoemde indicatrix. Dit is een kegelsnede in het raakvlak
in een punt van een gebogen oppervlak, die uitsluitsel geeft om
trent de verandering van den kromtestraal van de normale door
snede bij wenteling om de normaal.
Ook ontwikkelt hij de theorie der drievoudig orthogonale syste
men van oppervlakken, welke ten nauwste samenhangt met die
der cycliden. Voorts is hij in staat een algemeen bewijs te geven
voor een door Malus reeds voor een paar bijzondere gevallen
573
9 „Spezielle Flachen und Theorie der Strahlensysteme" van V. en K.
Kommerell. 17 en 20.