In het 2de deel van dit werk treffen we aan het slot (blz. 343
415) een overzicht aan van verschillende soorten ophaalbrug
gen, waarvan er verscheidene zijn ontworpen door Fransche genie
officieren. Poncelet zelf is de ontwerper van één der beste ophaal
bruggen, „qui fut substitué presque partout aux massives et
grossières machine généralement en usage".
Voor zijn technischen arbeid heeft hij verschillende binnen- en
buitenlandsche reizen gemaakt, waarvan de vruchten o.m. zijn
neergelegd in zijn „Introduction a la mécanique industrielle", dat
hem den titel van le père de la mécanique industrielle" heeft
bezorgd.
In 1834 wordt hij als „mécanicien" lid van de „Academie des
Sciences", terwijl hij sinds 1838 mechanica aan de „Faculté des
sciences" en het „Collége de France" doceert. Hieruit blijkt nog
maals, hoe weinig zijn wiskundige prestaties geapprecieerd werden.
In 1848 wordt Poncelet benoemd tot „général de brigade, com
mandant en chef de 1' Ecole Polytechnique". Ook is hij gedurende
de bewogen dagen van Juni 1848, „commandant par interim des
grades nationales de la Seine et autres départements".
In 1850 wordt Poncelets militaire carrière afgesloten. Hij is
niet opgewassen tegen den astronoom Le Verrier en zijn aan
hangers, die zooals wij gezien hebben, in de commissie tot reor
ganisatie der school de lakens uitdeelden en het wetenschappelijk
peil van het onderwijs gedurende tal van jaren hebben gedrukt.
Na dien tijd heeft Poncelet zich weer aan zijn mathematische
onderzoekingen kunnen wijden. Als vrucht daarvan verschijnen
achtereenvolgens twee deelen van „Application d'analyse et de
géométrie" (1862 en 1864) en het tweede deel van den „Traité"
(1866). In dien tusschentijd heeft Jakob Steiner hem echter op
het gebied der synthetische meetkunde overvleugeld. Dit is voor
Poncelet helaas aanleiding geweest tot allerlei onbelangrijk twist
geschrijf over prioriteitskwesties, waarop we niet nader zullen
ingaan. Wellicht is dit ook voor een deel te wijten aan zijn min
der goeden gezondheidstoestand.
Van 1851 tot 1858 is Poncelet „Président de la classe des machi
nes et outils aux Expositions universelles de Londres et de Paris".
In die kwaliteit heeft hij een „rapport historique sur les machines-
outils" geschreven, terwijl hij ook nog reizen heeft ondernomen
om de zijde- en textielindustrieën te bestudeeren.
Na zijn dood sticht zijn weduwe een fonds, waaruit de „Aca
démie des Sciences" jaarlijks om beurten een prijs toekent voor
zuiver mathematische en voor technische onderzoekingen.
Charles Julien Brianchon. (1785 1864).
Brianchon, die in 1803 op de Ecole Polytechnique komt, publi
ceert in 1806 in het 13de cahier van het „Journal de l'Ecole
578