in den laatsten tijd worden ook de zwaardere wapens gebruikt, welke echter nog lang niet algemeen zijn ingevoerd. Daarom kan men zeggen, dat het tiental jaren van 1920 tot 1930 het tijdperk van den gevechtsmeerzitter aangeeft. Deze meerzitter is een vlieg tuig van groote tonnage met verscheidene geschutstorens. Het vertegenwoordigt de technische grondslag van de leer van de Generaal Douhet. Slagvliegtuig of luchtkruiser, de bewapening waar men zich tot voor kort mee tevreden stelde, was de mitrailleur op beweegbare affuit, welke affuit afkomstig is van het Engelsch systeem Scarff van 1916. Men zal het maximum aantal torens inbouwen, zóó danig, dat de banen van de wapens elkaar in alle richtingen krui sen. Ofschoon de vuurdichtheid daardoor aanmerkelijk toegeno men is, blijft het vuurbereik ongeveer hetzelfde als bij een dub- belmitrailleur, dat wil zeggen, niet meer dan enkele honderden meters. Niettegenstaande dit, is het zeker, dat door deze toename van de vuurdichtheid de vuuruitwerking van den meerzitter die van het jachtvliegtuig overtreft, welk laatste niet verder is ge komen dan twee vaste mitrailleurs van 1917. De Lt. Barjot gebruikt daarna bijna dezelfde woorden als Cdr. de Seversky Hoe aan den jager zijn overwicht van 1918 terug te geven Twee oplossingen doen zich voor le. Het aantal vaste mitrailleurs vergrooten en de pantserkogel behouden 2e. De pantserkogel veranderen in een explosief projectiel. De eerste oplossing vergroot slechts de vuurdichtheid. De tweede vergroot de uitwerking van het enkele schot. Het voordeel van het explosieve projectiel is, dat het kwetsbare op pervlak van het doel zich niet slecht beperkt tot de „vitale deelen", die maar een zeer klein gedeelte van het totale opper vlak beslaan, maar - zich uitstrekt over het geheele doel en spe ciaal over de draagvlakken. Voorbeeld: een vliegtuig van 10 ton en met 100 m3 draagvlak biedt met zijn „vitale deelen" slechts een oppervlak van onge veer 5 m2, terwijl het 100 m2 kwetsbaar oppervlak biedt aan de explosieve munitie. Hoewel gedurende den oorlog reeds exploisieve- of brandmu- nitie gebruikt werd met een kaliber van 7 a 8 mm. (balie incen- diaire Buckingham, balie Broek, balie explosieve Pommeroy, munition standard anti-zeppelin, balie explosieve Trelfall), is de uitwerking hiervan toch niet voldoende en zal pas een kaliber van minstens 12 mm. in staat zijn een vijandelijk vliegtuig met 2 a 3 treffers buiten gevecht te stellen. 586

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 68