van de formaties kunnen daarna met succes bestreden worden
door de patrouilles één- en tweezits-jagers.
Deze desorganisatie zal verkregen worden door convergeerende
aanvallen van talrijke meerpersoons- en tweezits gevechtsvlieg
tuigen, die de formaties aan alle zijden zullen insluiten en op hen
een machtig vuur op zoo groot mogelijke afstanden zullen afgeven.
De beste aanvalsmethoden, rekening houdend met de luchtaf
weer, zullen slechts vastgesteld kunnen worden na grondige be
proeving. We kunnnen er zeker van zijn, dat deze gevechten voor
den aanvaller geweldige verliezen zullen meebrengen, indien de
luchtwacht- en de verbindingsdienst de verdedigende escadrilles
in staat stelt bijtijds in te grijpen.
Welke perspectieven opent dit niet voor de verdediging van een
eilandenrijk, waar de aanvaller niet in staat is op de vliegkamp
schepen zware bommenwerpers en meerpersoons gevechtsvlieg
tuigen mee te voeren; de groote vliegbooten zijn wegens hun
geringere vliegprestaties minder gevaarlijke tegenstanders; deze
zullen trouwens niet gemakkelijk in grooten getale meegevoerd
kunnen worden.
Bij offensieve opdrachten zal de groote vuurdichtheid, welke
met groepen bommenwerpers, geëncadreerd door deze gevechts
vliegtuigen, bereikt kan worden, hen in staat stellen om gemakke
lijker de door jachtvliegtuigen bewaakte zones te passeeren.
Tenslotte zal het groote defensieve vermogen van deze vlieg
tuigen het mogelijk maken, dat zij alléén uitgestuurd worden
voor bewakings- en verkenningsopdrachten tot op zeer grooten af
stand van het te verdedigen object.
4e. Bombardements- en verkenningsvliegtuigen.
De verbetering van de bewapening zal deze vliegtuigen in staat
stellen hun opdrachten met meer regelmaat uit te voeren, wat
zeker aan de uitwerking ten goede zal komen. Hun aanvalstactiek
zal er niet belangrijk door veranderd worden.
Echter zal voor de bommenwerpers het grootere defensie ver
mogen van elk vliegtuig het mogelijk maken om het aantal vlieg
tuigen in de formatie te verminderen, waardoor zij minder kwets
baar zullen worden voor de luchtafweer.
Bij deze soorten vliegtuigen moet men een groot onderscheid
maken tusschen één- en tweemotorige vliegtuigen. De „Wjesnik
Wossduschnowo Flota" van Nov. 1933 schrijft daarover o.a. het
volgende
De bewapening van éénmotorige bom vliegtuigen en jachtvlieg
tuigen is sedert den oorlog slechts weinig veranderd. Daarentegen
zijn de tweemotorige bommenwerpers veel sterker bewapend ge
worden, al is dan ook de mitrailleur zelf niet noemenswaard
verbeterd. In ieder geval is de bewapening van tweemotorige
592