Celluloid (dinitrocellulose met 40 50 kamfer), eboniet (phenol, formaldehyd benevens vulstof) en bakeliet (hard rub ber) zijn als materiaal ,voor het plaatje ongeschikt, niet alleen om hun brandbaarheid, maar mede omdat ze, bij een maximum dikte van 2 mm te bros zijn voor het inslaan der merken. Willen de plaatjes ervan stevig zijn, dan moeten zij minstens 3 mm dik worden. Bovendien zouden, alhoewel de in gebruik zijnde plaatjes door den Militair Geneeskundigen Dienst indertijd tegen 1,3 cent het stuk werden ingekocht, de kosten van aanmaak bij den Artil lerie Constructie Winkel aanmerkelijk hooger zijn. Omdat het onderzoek van Colonel Thomann uitwees, dat niet alle nikkel- en chroom-houdende staalsoorten een gelijke graad van corrosie-bestendigheid bezitten, werden, in een laboratorium plaatjes van Poldi-A.K.V.-staal, naast die van een Krupp-V2 A- staalsoort, aan de inwerking van de gebruikelijke strijdgassen, onderworpen, waarbij het onderzoek het volgende verloop had. Verschillende stellen plaatjes (van de beide staalsoorten telkens één) werden respectievelijk blootgesteld aan de inwerking van chloorpicrine, chloor, arsinen, perstof, phosgeen, mosterdgas en chloor bij aanwezigheid van zoutzuurdampen. Zij werden daartoe gedurende 30 dagen opgehangen in ruimten, welke met de dam pen van die gassen verzadigd of sterk bezwangerd waren. Ook werd een stel met vloeibaar mosterd„gas" in onmiddellijke aan raking gebracht. Het resultaat was bij beide staalsoorten gelijk en wel, dat de merken op alle plaatjes leesbaar bleven, althans na afkrabben en schoonmaken weer leesbaar waren te maken. Zelfs de inwerking van chloor bij aanwezigheid van zoutzuurdampen, gedurende 30 dagen, was niet van dien aard, dat de merken werden uitgewischt. Door bestrijken van de plaatjes vóór deze proef met vaseline kon de inwerking nog in zekere mate worden verminderd. Hiermede werd aangetoond, dat het Poldi-A. K. V.-staal ten aan zien van de corrosie-bestendigheid, zeer geschikt moet worden geacht. Tot slot werden een 200-tal plaatjes van het nieuwe model aan een proef bij den troep (ter draging) onderworpen. Deze had, met bevredigend resultaat, plaats bij een compagnie van het XVe Bataljon te Bandoeng, waarbij verder geen nieuwe gezichtspun ten werden geopend. Het identiteitsplaatje, zooals het thans zal worden ingevoerd, is afgebeeld op onderstaande teekening op ware grootte (voor- en achter-zijde naast elkaar), waarbij een der uiteinden van het koord van den overtrek is ontdaan, om de structuur van het kettinkje te doen uitkomen. 601

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 83