607 Het I Hoofdstuk geeft definities van ballistische begrippen. Nieuw is o a de benaming Fallpunkt voor het snijpunt van de dalende tak met den mon dingshorizon en Gipfelpunkt, dat vroeger Scheitelpunkt heette. Een apart hoofdstuk (II) wordt dan gewijd aan de Grundrichtung te ver- iw-r °nzen bewakmgsstand. Normaal wordt een Grundrichtungspunkt, hetzij fictief, doch liefst zichtbaar m het terrein, daarvoor gekozen. De afdee- tuifgspunktgeWOOn 6611 V0°r 3116 batteri;ien gemeenschappelijk Grundrich- Het III Hoofdstuk behandelt de Richtlehre. Over de directe richting wordt gezegd, dat de ervaring heeft geleerd, dat zij alleen toegepast moet worden als het doel goed zichtbaar is, zichtbaar blijft en gemakkelijk in heL TlTJ? Z aan?eduid' B« de indirecte richting worden behandeld de evenwijdigstellmg, het gebruik van een hulprichtpunt en de aangeeft" 6' W3arblJ deZe volg°rde °°k de graad van nauwkeurigheid Het IV Hoofdstuk vormt de Schieszlehre, waarin de grondbegrippen van het schieten worden behandeld, zooals artilleriematen, kogelbaan, bepaling TH, overschieten van dekkingen, spreiding, daginvloeden, werking der munitie Uit de verhandeling van Overste Schlieszer blijkt, dat alle opzetten en noekmeetmstrumenten eene verdeeling krijgen in „Strich" 1/6400 cir kelomtrek, dus l°/oo), geschreven bijv. 110". De meterverdeeling op den HwL I/®1"!? I6" vei7anSen worden door eene in °/oo opzethoogte. H T^n 7°^ren^6tf T overeenstemming worden gebracht met LS 50, uitgedrukt in Strich De S. noemt als nadeel, dat men gewend zijnde om afstanden in meters uit te drukken, thans altijd in de schootstafel moet kijken om de OH en de vorkgrens te weten te komen Daartegenover staan echter zoo vele voordeelen, dat men de verdeeling prefereert (Ons lijkt de meterverdeeling practischerniet alleen gemak- kelrjker, doch ook voordeeliger in geval van zeer snelle vuuropening en overigens voldoende nauwkeurig bij de toepassing der ballistische beginse- len). Voor de korte afstanden houdt de opzet een meterverdeeling (vuur on pantservoertuigen). De bepaling van de TH geschiedt door het opzoeken in een tabel, waarm blijkbaar de TH-toeslag is verwerkt, of met behulp van de grafische schootstafel. Het onderzoek betreffende het overschieten van dekkingen geschiedt aan de hand van speciale tabellen tot 1000 m afstand dan wel van TH-tabellen of grafische schootstafels. Merkwaardig is, dat over de spreiding slechts een 12-tal regels zijn vermeld, zelfs de 50%-spreiding wordt hier niet aangeroerd. (Opgemerkt moge echter worden, dat uit een voorbeeld m pt. 281 blijkt, dat de Duitschers de oorlogsspreiding van de batterij stellen op 3 X 4 X LSa> uit de schootstafel; rekening houdende met een LS» 1 van den afstand impliceert dit, dat op de gemiddelde gevechtsafstanden de kortste baan niet minder dan 300 m vóór de eigen inf. 0°k aan de daginvloeden worden slechts enkele regels gewijd doch dit onderwerp wordt in de bedieningsvoorschriften uitvoeriger behan deld. Uit de opsomming der buizen blijkt, dat de benaming Zeitzünder vervangen is door Doppelzunder. Van ricochetschoten (Abpraller), wier gebruik ook is voorzien, evenals in Frankrijk (bij ons wel wat verwaarloosd), wordt gezegd, dat gunstige invalshoeken hiervoor zijn die beneden 15° a 20.° Voor granaten in schokwerking zullen kleine ladingen de scherfwerking verhoogen, doordat bij den steileren invalshoek minder scherven in den bodem dringen. (Dit is natuurlijk afhankelijk van de grootte van den top hoek van den verspreidingskegel en niet zonder meer over te nemen.) De beste mijn werking wordt verkregen bij invalshoeken boven 40° tusschen 20 en 40° bestaat de kans, dat de projectielbaan in den grond naar boven afwijkt. Kartetsen, brandprojectielen, lichtprojectielen en granaatkartetsen worden niet meer behandeld, wel echter nevelgranaten. Het V Hoofdstuk gaat over de hulpmiddelen voor het schieten als schoots tafels, kaarthoekmeter, kaarten, enz. Wij willen slechts aanhalen, dat de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 89