615
omdat „en principe, a une unité d'infanterie on ne peut demander de
se battre sur deux positions successives". Het is daarom gewenscht
dat hij daarvoor die bataljons neemt, welke reeds gedurende eenigen tijd
niet in gevecht zijn geweest, dat hij aan deze bataljons voldoende rust
geeft achter de „position d'arrière garde" om zich te herstellen (d.w.z.
een rust van 6 a 8 uren gedurende welke de troep kan eten en slapen)
en ten slotte dat hij deze troepen op de minst bedreigde gedeelten van
de achterwaartsche opstelling plaatst.
2e. Wanneer er nog reservetroepen beschikbaar zijn, deze reeds bestemmen
om de nog verder achterwaarts gelegen „position intermédiaire" in te
nemen.
3e. Overgaan tot het doen afbreken van het gevecht (décrochage) door
steun te verleenen uit de position d'arrière garde en de vrijgekomen troe
pen te dirigeeren op de „position intermédiaire".
4e. Zoodra zij haar taak heeft vervuld, de „arrière garde" terugnemen en
opstellen als divisie-reserve achter de „position intermédiaire"
5e. De „position intermédiaire" dusdanig in staat van verdediging brengen,
dat in de opstelling kan worden stand gehouden tot den vastgestelden
datum.
De „position intermédiaire" moet aan de volgende voorwaarden voldoen
le. Zoo eenigszins mogelijk moet vóór de opstelling een hindernis liggen bij
voorkeur een waterloop. Is deze er niet, dan kunnen verhakkingen wor
den gemaakt en versperringen op de wegen
2e. Het doel moet zijn tijd te winnen, dus den vijand zooveel mogelijk in zijn
opmaisch belemmeren. Hiervoor is het noodig, dat zoo krachtig mogelijk
infanterie- en artillerievuur vóór de hindernis kan worden gebracht en
de mitrailleurs op de grootste schootsafstanden kunnen vuren.
3e. De vleugels der opstelling moeten zijn aangeleund om gevrijwaard te
zijn tegen omtrekkingen en omvattingen.
4e. De opstelling moet het afbreken van het gevecht begunstigen. Een gun
stige omstandigheid hiervoor is wanneer de opstelling grenst aan bed=kt
terrein.
Om zijn opdracht te kunnen vervullen beschikt de div. cdt. over de vol
gende gevechtsmiddelen: vertragende detachementen, infanterie- en artil
lerievuur zoo mogelijk gecombineerd met een vernielingssysteem en ten
slotte, tegenaanvallen, welke laatste echter het bezwaar hebben dat
hierop meestal zal volgen een afbreken van het gevecht.
Het afbreken van het gevecht besprekend, wijst Spr. er op, dat dit zonder
bijzondere moeilijkheden kan plaats vinden gedurende den nacht en door
gebruik te maken van bepaalde weersomstandigheden als mist, hevige regen
buien, sneeuw enz. Indien deze gevechtshandeling bij dag moet worden uit
gevoerd wordt zij daarentegen een „opération trés délicate et cöuteuse" In
laatstgenoemd geval heeft de onderneming slechts kans van slagen indien
men een belangrijk vuuroverwicht op den vijand kan verkrijgen dan wel
voor het betrokken frontgedeelte een kunstmatigen nevel kan leggen. Si
ces conditions ne peuvent être réalisées par avance des pertes trés elevéês
pouvant aller jusqu'a la destruction compléte de ces unités".
Gevallen waarbij men niet te veel risico behoeft te loopen, zijn die waarbij
men van bepaalde weersomstandigheden en van terreinformaties kan gebruik
maken. Zijn deze omstandigheden echter niet aanwezig dan zal de gevechts-
leiding er alles op moeten zetten om stand te houden tot de duisternis is
ingevallen. Voor het geval dit niet mogelijk is, zal men het vuuroverwicht
^rijdwagens t6 €lken' 200 moSehjk met gelijktijdigen inzet van
Het afbreken van het gevecht „an sich" is volgens Schr. een „opération
mecamque, un veritable scenario qu'il s'agit de monter et d'exécuter" Dit
scenario heeft betrekking op de drie troepeneenheden divisie, regiment en
bataljon.