1. VELDHEEREN
door
G. TH. SLOTHOUBER,
Gep. Kolonel der Artillerie.
(Vervolg, zie I.M.T. 1935 No. 4).
III. FREDERIK DE GROOTE.
L. Het Oorlogsjaar 1759. Kunersdorf. Friedrich's zwaarste jaar.
In het voorjaar had FRIEDRICH zijn leger weder tot 110000
man weten op te voeren. Reeds drie malen had hij zijn veldtocht
ingeleid met een inval op 's vijands gebied en met een greep naar
diens hart; en alle drie malen had hem de macht ontbroken om
zijn aanvankelijke, hoewel duur gekochte, successen tegen de
overmacht tot eene beslissing te brengen. En nu begonnen de
krachten uitgeput te raken; want nog steeds stond Pruisen
practisch alleen tegenover de verbonden machten van Frankrijk,
Oostenrijk, Rusland, Zweden en het Duitsche Rijk. En al had het
land zijn Grooten Koning behouden, de krachten van het volk
verminderden meer en meer.
En nu eerst zou blijken hoe groot die Koning was, en hoe zijn
gansche volk nog kracht putte alleen uit z ij n Wezen, nu de
innerlijke kracht het ging begeven Met welke bewondering men
ook tot nu toe naar FRIEDRICH's figuur moge hebben opgezien,
in de nog komende 4 jaren is hij het grootst, al zijn zijn militaire
successen uiteraard beperkter dan voorheen.
De winter was voor FRIEDRICH zonder rust geweeststeeds
weder stond hij voor de oplossing van problemen betreffende het
in 't leven houden van zijn volk, altijd opnieuw moest hij de
mannen vinden om zijn bataljons en eskadrons op sterkte te
brengen en dat alles zonder dat de geldmiddelen ruim vloeiden.
Want hoe uiterst zuinig Pruisen ook was, en hoeveel verbazing
het ook moge wekken, dat FRIEDRICH een legermacht van
200000 man in garnizoen en te velde kon houden voor 25-millioen
thalers, d.i. ongeveer 44-millioen guldens, 's jaars, toch kostte het
geldvraagstuk hem steeds heel wat hoofdbrekens. 1)
i) Met de Engelsche subsidie kwam men niet uit, zoodat ten slotte
toevlucht werd genomen tot de vermindering van het gehalte der munt
een allerbedenkelijkste manipulatie, die op FRIEDRICH s verzoek
519