613
11. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN.
Luchtverdediging en luchtbescherming.
Luchtmacht 1935 No. 1. De Luchtverdediging van Nederland, door Majoor
A. J. Maas.
Het artikel is een vervolg op het onder hetzelfde hoofd verschenen artikel
in Luchtmacht no. 3 (1934). Schr. bespreekt de organisatie, taak en gezags
bevoegdheden van een Inspectie der Luchtverdediging. In het bijzonder
vestigen wij de aandacht op het hoofdstuk „Organisatie van de Luchtbe
scherming" waaruit wij het volgende putten
Tot de voornaamste maatregelen en werkzaamheden van de Inspectie der
Luchtverdediging op het gebied der luchtbescherming moeten worden
gerekend
le. Een stelselmatige en voortdurende voorlichting omtrent de noodzaak en
de beteekenis van de luchtbescherming moet worden georganiseerd. Dit
kan geschieden, door het voeren van besprekingen, het houden van
voordrachten, e.d. door deskundige officieren van de Insp. Luchtverde
diging, zoomede door het verspreiden van korte, algemeen bevattelijke
uiteenzettingen. Hiermede moeten in de eerste plaats worden bereikt de
provinciale besturen en de burgemeesters, de wethouders, de autoritei
ten van de politie, de brandweer, de publieke werken, de Geneesk.
Dienst van de groote bevolkingscentra en voorts alle andere organen,
welke ambtshalve bij den luchtbeschermingsdienst een taak hebben te
vervullen.
2e. Aan de verantwoordelijke rechtstreeksche leiders en uitvoerders van den
plaatselijken luchtbeschermingsdienst van groote en bijzonder bedreigde
kleinere bevolkingscentra behoort stelselmatig voorlichting en steun bij
hun taak te worden verleend. Hieronder moeten de volgende maatregelen
worden gerekend
a) de verdeeling van bedoelde centra in meer of minder bedreigde ge
bieden,
b) de vaststelling van een urgentie-program voor de te treffen maatre
gelen en voorzieningen, alsverduistering, alarmeering, dekking,
ontsmetting e.d.
c) de voorbereiding van de ontruiming van enkele, zeer bedreigde ge
bieden als de onmiddellijke omgeving van belangrijke militaire ob
jecten (kasemementen, arsenalen) en van oorlogsindustrieën, stations
enz.
d) het verstrekken van schema's voor het ontwerpen van de noodige
plaatselijke regelingen en voorschriften,
e) het opleggen van de noodige bescheiden (aanplakbiljetten, waarschu
wingen e.d.) en hulpmiddelen (opschriften, richtingwijzers, alarm
middelen) ten behoeve van den luchtbeschermingsdienst.
3e. De vrijwillige medewerking van particuliere lichamen en organisaties
als: het Roode en Groene Kruis, de Eerste Hulp bij Ongelukken, de
Burgerwachten, Sport- en Jeugdvereenigingen enz. moet krachtig worden
opgewekt en georganiseerd. Noodzakelijk is het hierbij, deze medewer
king, ter voorkoming van verspilling van tijd en kracht, te coördineeren,
4e. In overleg met de directies van groote kwetsbare voor de land verdediging
gewichtige industrieele en economische instellingen en bedrijven, alsme
de met de directie der spoorwegen, moet de organisatie van een afzon
derlijken luchtbeschermingsdienst voor die bedrijven ter hand worden
genomen. De luchtbeschermingsdienst van die bedrijven zal onder leiding
van de directies en met behulp van het eigen personeel moeten worden
uitgevoerd en moeten omvatten verduistering, alarmeering, maskeering,
schuilplaatsen en verdere dekking van het personeel, brandweer, ont-