731 als technische vuureenheid te beschouwen. De oorzaak van dit streven ligt voor een deel in de voorschriften, die den nadruk leggen op vuurconcentraties. S. beschouwt dan de bezwaren tegen het hanteeren van de afd. als technische vuureenheid, m.a.w. als batterij van 12 stukken. Hij wijst op de moeilijkheden om het verband tusschen de stukken te bewerkstelligen. Theoretisch is het vraagstuk van het snel concentreeren der richtlijnen opgelost, doch de prac- tische resultaten laten nog veel te wenschen over, waarvoor verschillende oorzaken worden opgenoemd. (Tot dezelfde slotsom komt het nieuwe Duitsche schietvoorschrift, dat om die reden de vuurovername binnen de afd. niet kent.) Behalve dit technische bezwaar heeft S. nog de volgende bedenkingen. De afdeeling, ingesteld op het afd. vuur, bemoeilijkt het bestrijden van verschil lende doelen tegelijkertijd, wat regel zal zijn voor de ondersteunende afd. bij de verdediging. Bij verbroken verbinding is de geheele afd. werkeloos de kans, dat 1 verbinding wordt verbroken is grooter dan dat 3 verbindingen tegelijk verbroken worden. Door den B. Cn. met meer de beschikking te geven over hunne vuren, doodt men hun initiatief, wat S. wel als het meest ernstige nadeel beschouwt en waarop hij dan ook dieper ingaat. Vervolgens be schouwt hij hetgeen de voorstanders van het systeem als voordeelen opnoe men eenvoudiger bevelvoering, eenvoudiger verbindingen, krachtiger vuur. Deze voordeelen zijn allen aanvechtbaar. Vooral in het idee om de verbin dingen en het aantal waarn. posten te verminderen schuilt een groot gevaar, dat de afd. werkeloos blijft. Ook de grootere kracht van het vuur is betrek kelijk, aangezien een groot deel van de munitie bij eene vuurconcentratie als verloren moet worden beschouwd, doordat men met de spreiding moet rekening houden. S. is overigens allerminst een tegenstander van vuurconcentraties, doch hij wenscht dit te beperken tot bijzondere omstandigheden en gevechtsmomenten, als bepaalde terreinstrooken onder vuur moeten worden genomen. Tegen bepaalde doelen (van beperkten omvang) is echter het vuur van de enkele batterij voordeeliger. Hiervoor is noodig, dat alle B. Cn. in beginsel het voor terrein kunnen waarnemen, zoowel om het vuur te leiden als om het ge- vechtsveld te bewaken. S. wijst nog op de ervaringen van den bewegingsstrijd in 1914 en 1918, toen meermalen de verbinding verbroken was en zeer vaak door B. Cn. een goed initiatief werd getoond. De meening van dezen bekenden schrijver verdient alleszins aandacht. In derdaad wordt de afdeeling vaak alleen ingesteld op het afgeven van vuur concentraties, die altijd wel effect sorteerenop het manoeuvreterrein. Zou in dit werkelijkheid ook zoo zijn Spreekt de oorlogsliteratuur niet van een voortdurenden en vaak wanhopigen strijd om de verbindingen tijdens het gevecht in stand te houden? En met die verbindingen staat of valt de vuurconcentratie. Vechtwagenbestrijding. De bestrijding van vechtwagens komt weer eens ter sprake in het artikel Neuzeitliche Kampfwagenabwehr auf dem Gefechtsfeld in het Mil. Wochenblatt van 11 Jan. 1935 No. 26, thans naar aanleiding van de in vele legers plaats gehad hebbende manoeuvres met groote vechtwageneenheden. Voor eene divisie wordt in het algemeen minstens noodig geacht eene afdeeling van 30 stukken voor tankafweer (kal. 3,54 cm). De omstandigheid, dat vecht- wagenaanvallen slechts resultaat geven als zij verrassend worden ingezet, dwingt ook de afweerwapens tot eene buitengewone „Wendigkeit" en „Ge- schwindigkeit". Voor opheldering en beveiliging gebruikt men in het algemeen de lichte vechtwagens, die op een 1000 m aan de zwaardere vechtwagens voorafgaan om het terrein te verkennen en vooral om het vuur van de afweerwapens uit te lokken. Zij zijn door hunne groote snelheid en goede aanpassing aan het terrein met hun mitrailleurbewapening gevaarlijke tegenstanders van het afweergeschut. Doch vooral noodlottig is, dat het afweergeschut om deze

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 103